10.
Inspecteer het primaire filter op beschadiging
door een felle lichtbron op de buitenkant van het
filter te richten en er doorheen te kijken.
Opmerking:
Gaten in het filter zijn herkenbaar
als lichte plekken. Als het filter is beschadigd,
moet u dit weggooien.
Motorolie verversen/olie-
peil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 100 bedrijfsuren (dit moet vaker
gebeuren als de machine wordt gebruikt in
stoffige of vuile omstandigheden).
Om de 200 bedrijfsuren—Vervang het
motoroliefilter (dit moet vaker gebeuren als
de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile
omstandigheden).
Motorolietype
Olie-inhoud: met vervanging van filter: 1,8 liter;
zonder vervanging van filter: 1,6 liter
Viscositeit: zie onderstaande tabel.
Het motoroliepeil controleren
Opmerking:
Controleer het oliepeil als de motor
koud is.
Belangrijk:
Het carter nooit overvullen met olie.
Hierdoor kan de motor beschadigd raken. Laat
de motor nooit lopen als de olie lager staat dan
de onderste markering, omdat de motor daardoor
beschadigd kan raken.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, zet de snelheidshendel in de
Figuur 39
NEUTRAAL
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
Opmerking:
is zodat de olie tijd heeft gekregen om weg te
lopen naar de opvangbak.
3.
Hef de hopper op
4.
Om te voorkomen dat er vuil, maaisel, enz. in
de motor terechtkomt, moet u de omgeving
van de vuldop/peilstok reinigen voordat u deze
verwijdert
5.
Haal de peilstok eruit en veeg de olie eraf.
6.
Plaats de peilstok en duw deze volledig in de
peilstokbuis.
7.
Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil.
8.
Als het oliepeil laag is, maak de omgeving van
de olievuldop dan schoon, verwijder de dop en
voeg olie toe tot de Vol-markering op de peilstok
bereikt is
Belangrijk:
het oliepeil onder de markeringen Laag
of Toevoegen op de peilstok, of boven de
markering Vol.
g032626
1. Olievuldop
39
stand, schakel de aftakas uit en stel de
Zorg dat de motor uitgeschakeld
(Figuur
40).
(Figuur
40).
Laat de motor niet draaien met
Figuur 40
2. Oliepeilstok
g025758