Algemeen overzicht
van de machine
1. Snelheidshendel
2. Bedieningsorganen
3. Brandstoftankdop
4. Rolbeugel
Bedieningsorganen
Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen
voordat u de motor start en de machine gebruikt.
Bedieningspaneel
1. Contactschakelaar
2. Hopperschakelaar
3. Display
Figuur 4
5. Rijhendels
6. Aftakashendel
7. Parkeerremhendel
Figuur 5
4. Chokeknop
5. Gashendel
6. Motorolietemperatuur:
indicatielamp en zoemer
Contactschakelaar
De contactschakelaar, waarmee u de motor start en
afzet, heeft 3 standen: U
Starten van de motor (bladz.
Gashendel
De gashendel regelt het motortoerental en zorgt voor
een continu verstelbare regeling van L
S
(Figuur
5).
NEL
Chokeknop
Gebruik de chokeknop om een koude motor te starten.
Aftakashendel
Gebruik de aftakashendel om de maaimessen en de
ventilator in te schakelen.
g233918
Snelheidshendel
De snelheidshendel regelt de maximale snelheid bij
het vooruitrijden van de machine
de snelheidshendel naar achteren beweegt, naar de
NEUTRAALSTAND
gezet.
Urenteller
De urenteller registreert het aantal uren dat de
motor in bedrijf is geweest. De urenteller registreert
als de decimale punt in het uren/volt-display
knippert. Gebruik deze tijden om regelmatig
onderhoudswerkzaamheden te plannen
g035550
1. Indicators veiligheidssysteem
2. Hopper omhoog
3. Uren/volt-display
4. Indicatorlampje lage spanning
12
, L
en S
IT
OPEN
23).
(Figuur
, wordt de aandrijving op neutraal
Figuur 6
. Zie
TART
tot
ANGZAAM
4). Als u
(Figuur
6).
g020563