Met de machine rijden
Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor,
oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut).
Zet de gashendel op S
verkrijgen. Laat de motor tijdens het maaien altijd vol
gas draaien.
WAARSCHUWING
De machine kan zeer snel ronddraaien. De
bestuurder kan de controle over de machine
verliezen. Dit kan leiden tot lichamelijk letsel
en schade aan de machine.
• Wees voorzichtig als u een bocht maakt.
• Verminder de snelheid van de machine
voordat u een scherpe bocht maakt.
Vooruitrijden
Opmerking:
Om te beginnen rijden (vooruit
of achteruit), moet u in de stoel zitten en
de parkeerremhendel vrijzetten voordat u de
snelheidshendel naar voren beweegt, anders zal de
motor afslaan.
Stoppen van de machine: duw de snelheidshendel
naar de
stand.
NEUTRAAL
1.
Start de motor.
2.
Schakel de parkeerrem uit; zie
uitschakelen (bladz.
3.
Om recht vooruit te rijden beweegt u de
snelheidshendel naar voren.
Opmerking:
Hoe verder u de snelheidshendel
van de
NEUTRAALSTAND
sneller de machine rijdt.
4.
Om naar links of naar rechts te draaien trekt
u 1 van de stuurhendels naar achteren, naar
neutraal, in de gewenste richting.
5.
Stoppen van de machine: duw de
snelheidshendel terug naar de
Achteruitrijden
1.
Om de machine recht achteruit te rijden,
beweegt u beide stuurhendels evenveel
achteruit.
Om naar links of naar rechts te draaien
vermindert u de druk op de stuurhendel in de
gewenste richting.
2.
Om de machine te stoppen, laat u de
stuurhendels los zodat deze naar de
neutraalstand gaan.
om de beste prestaties te
NEL
De handrem
22).
weg beweegt, hoe
NEUTRAALSTAND
De maaihoogte instellen
De maaihoogte van het maaidek is instelbaar van 2,5
tot 10,2 cm, in stappen van 6,3 mm.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, zet de snelheidshendel in de
stand, schakel de aftakas uit en stel de
NEUTRAAL
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Terwijl u het voorste frame naar beneden houdt,
tilt u het maaidek op aan 1 zijde zodat de
vergrendeling van de maaideksteun vastklikt in
de vaste pen in het voorste frame
1. Maaidekhandgreep
2. Pen
3. Vergrendeling van
maaideksteun
.
4.
Zet de borgpennen op de pennen van de
maaideksteun in de juiste opening voor de
gewenste maaihoogte.
5.
Til het maaidek genoeg op om de vergrendeling
van de maaideksteun omhoog te brengen en vrij
te zetten en breng het maaidek naar beneden.
6.
Herhaal deze procedure aan de andere kant
van het maaidek.
25
(Figuur
Figuur 25
4. Draai de borgpen van het
maaidek naar achteren en
trek deze naar buiten om
het te ontgrendelen.
5. Duw de borgpen van het
maaidek naar binnen en
draai deze naar voren om
het te vergrendelen.
25).
g304824