INSTALLATEUR
3.7
Hydraulische aansluitingen
De stalen ketels
R
sanitair warm water te produceren als ze verbonden zijn met geschikte systemen.
De kenmerken van de hydraulische koppelingen staan in de tabel.
G
6
M
9
De keuze en de installatie van de componenten van de installatie wordt aan de bevoegdheid van de installateur overgelaten,
die volgens de regels van de goede techniek en in overeenstemming met de geldende wetgeving te werk moet gaan.
9
Installaties gevuld met antivriesvloeistof moeten verplicht zijn uitgerust met waterafsluitkranen.
BESCHRIJVING
1 - Aanvoer installatie (*)
2 - Terugloop 2 (hoge temperatuur) (*)
3 - Terugloop 1 (lage temperatuur) (*)
4 - Koppeling veiligheidsklep
5 - Condensafvoer
6 - Ketelafvoer
A
B
C
D
E
F
G
H
I
L
M
N
O
P
Q
R
(*)
Alle flensaansluitingen zijn PN6 volgens UNI EN 1092-1.
OPMERKING:
De verticale afmetingen houden geen rekening met de dikte van de plint
TAU N werden ontworpen en gebouwd om geïnstalleerd te worden op verwarmingsinstallaties en ook om
H
Q
F
I
R
22
5
L
DN200 PN6
DN200 PN6
A
1
1750
2100
DN200 PN6
DN150 PN6
DN150 PN6
DN200 PN6
DN100 PN6
DN100 PN6
1 1/4"
1 1/4"
1 1/2"
1 1/2"
465
465
1348
1550
950
1000
665
815
2963
3365
1060
1060
140
140
1945
1945
180
180
1750
1750
120
120
215
215
3212
3612
3620
4020
1260
1260
100
100
21
E
B
C
4
O
P
TAU N
2600
DN200 PN6
DN150 PN6
DN200 PN6
DN100 PN6
1 1/4"
1 1/2"
465
1850
1050
880
3780
1150
114
2070
170
1850
115
220
4024
4425
1350
100
INSTALLATEUR
D
2
3
N
3000
DN200 PN6
DN
DN150 PN6
DN
DN200 PN6
DN
DN100 PN6
DN
1 1/4"
Ø
1 1/2"
Ø
465
mm
1850
mm
1250
mm
860
mm
3960
mm
1210
mm
111
mm
2170
mm
163
mm
1950
mm
115
mm
220
mm
4206
mm
4605
mm
1410
mm
100
mm