Nadat de initialisatiefase is voltooid, wordt het display in de
modus "basisweergave" geplaatst.
In deze modus wordt de belangrijkste informatie over de wer-
king van het apparaat weergegeven. De betekenis van de ver-
schillende pictogrammen die op het display worden weergege-
ven, wordt uitgelegd in de paragraaf "Bedieningspaneel". Het
pictogram
en de aanvoertemperatuur van de verwarming
worden weergegeven, ongeacht of de ketel stand-by is of wan-
neer een temperatuurverzoek actief is (pictogram
Zet de hoofdschakelaar op "0" om het apparaat uit te schakelen.
9
Ontkoppel de voeding van het apparaat nooit voordat de
hoofdschakelaar in de stand "0" is gezet.
9
Schakel het apparaat nooit uit met de hoofdschakelaar in-
dien er een verzoek actief is. Controleer dat het apparaat in
stand-by staat alvorens de hoofdschakelaar om te zetten.
Voorbeeld weergave van de generator in stand-by in alleen
verwarmen modus (externe sonde niet aangesloten)
Bar
− stel op de omgevingsthermostaat de gewenste tempe-
ratuur in (~ 20°C) of controleer of de klokthermostaat of
externe warmteregelaar (indien voorzien) geactiveerd is
en afgesteld (~ 20°C);
9
De functie "Vorstbeveiliging verwarmingscircuit" (Par. 2075
= 1), activeert onder bepaalde omstandigheden de circu-
latiepomp en de brander van het apparaat (zie paragraaf
"Speciale functies") waardoor de temperatuur van het ver-
warmingssysteem wordt verhoogd, zelfs als er geen verzoek
om warmte is.
9
Als de functie "Vorstbeveiliging verwarmingscircuit" wordt
gedeactiveerd (Par. 2075 = 0) wordt het verwarmingscircuit
tijdens perioden van inactiviteit niet tegen vorst beschermd.
3.2.1
Aanpassing van het verwarmingsinstelpunt
− Druk op de toets "+" of "-" om de huidige waarde van
het setpoint van de verwarmingstemperatuur weer te
geven.
knippert).
− Verhoog of verlaag het setpoint volgens het type systeem
met de toets "+" of "-".
− Wacht 3 seconden of druk op de toets "ENTER / RESET"
om de wijziging op te slaan en terug te keren naar het
startscherm.
− Controleer of de verwarmingseenheid de ontstekingsfa-
se start en of het knipperende pictogram
verwarming van de ruimte) en het pictogram
°C
display verschijnen.
− De thermische eenheid voert de ontstekingsfase pas uit
nadat de voorverwarmingsfase van de stookolie is vol-
tooid en blijft in bedrijf totdat de ingestelde temperatuur
is bereikt.
3.2.2
De verwarmingsfunctie activeren/deactiveren
− Houd de toetsen "+" en "-" tegelijkertijd een paar se-
conden ingedrukt;
− Het pictogram
of OFF) knipperen op het display;
− Druk op de toetsen "+" en "-" om de gewenste modus
te selecteren;
− Druk op de toets "ENTER/RESET" of wacht 3 seconden om
de gemaakte wijziging op te slaan en terug te keren naar
het startscherm.
3.2.3
De sanitaire functie activeren/deactiveren
− Houd de toetsen "▲" en "▼" tegelijkertijd een paar se-
conden ingedrukt;
− Het pictogram
OFF) knipperen op het display;
−
− Druk op de toetsen "▲" en "▼" om de gewenste modus
te selecteren;
− Druk op de toets "ENTER/RESET" om de wijziging op te
slaan en terug te keren naar het startscherm.
45
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD
(verzoek om
en de huidige verwarmingsmodus (ON
en de huidige sanitaire modus (ON of
°C
op het