UITSCHAKELTEST
Sequentie voor uitschakeltest:
− Programmering toegestaan in modaliteit WERKING en
STAND-BY.
− Knop indrukken voor 5 sec. ≤ t < 10 sec.
− De RODE led knippert 2 maal (0,2 sec. AAN; 0,2 sec. UIT).
− Laat de knop los.
− De brander begint uit te schakelen en start daarna weer.
Na de uitschakeling start de brander weer automatisch en wordt
het aantal pogingen om de cyclus te herhalen gereset.
Bij het afsluiten van de menupagina van de uitschakeltest zijn
er geen leds die knipperen.
NAVENTILATIE
De naventilatietijd kan worden ingesteld op max. 120 seconden,
nl. als volgt.
Programmeersequentie naventilatie:
− programmering toegestaan in modus WERKING en in
STANDBY;
− druk op de knop gedurende 10 sec. ≤ t < 15 sec.;
− GROENE led knippert 1 keer;
− laat de knop los;
− GROENE led UIT;
− druk 1 ÷ 5 keer op de knop (*);
− GROENE led AAN en UIT telkens wanneer de kop wordt in-
gedrukt en losgelaten;
− na 10 sec. knippert de GROENE led het aantal keer dat
geprogrammeerd is (0,5 sec. AAN; 0,5 sec. UIT).
Deactiveersequentie naventilatie:
− reset toegestaan in modus WERKING en in STANDBY;
− druk op de knop gedurende 10 sec. ≤ t < 15 sec.;
− GROENE led knippert 1 keer;
− laat de knop los;
− GROENE led UIT;
− druk 6 keer op de knop (*);
− GROENE led AAN en UIT telkens wanneer de kop wordt in-
gedrukt en losgelaten;
− na 10 sec. knippert de GROENE led 6 keer (0,5 sec. AAN;
0,5 sec. UIT).
Wanneer de warmtevraag geblokkeerd wordt tijdens het pro-
grammeren van de naventilatiefunctie wordt het menu afgeslo-
ten, zonder dat de regelwaarde is opgeslagen.
Wanneer de warmtevraag geblokkeerd wordt tijdens het knip-
peren van de led wordt het menu afgesloten, maar blijft de re-
gelwaarde opgeslagen.
INTERMITTERENDE WERKING
Inschakel-/uitschakelsequentie:
− programmering toegestaan in modus WERKING en in
STANDBY;
− druk op de knop gedurende 20 sec. ≤ t < 25 sec.;
− de GROENE led knippert 3 keer;
− laat de knop los;
− GROENE led UIT;
− druk 1 maal op de knop om elk uur (*) een uitschakeling
te activeren;
− druk 2 maal op de knop om elke 24 uur (*) een uitscha-
keling te activeren;
− GROENE led AAN en UIT telkens wanneer de kop wordt in-
gedrukt en losgelaten;
− na 10 sec. knippert de GROENE led het aantal keer dat
geprogrammeerd is (0,5 sec. AAN; 0,5 sec. UIT).
De wijziging van de parameter voor instellen van de intermitte-
rende Werking is operationeel:
− na het volgende verzoek van de thermostaat (HT) om
warmte;
− na activering van een uitschakeltest;
− nadat de vlam tijdens de werking is gedoofd;
− nadat de stroom eerst uit- en daarna weer ingeschakeld
is.
INSTELLING VAN DE OPENINGSVERTRAGING VAN DE 2E VLAMGANG
De controledoos maakt het mogelijk om de openingsvertraging
van de 2e vlamgang vanuit de 1e vlamgang in te stellen, zie pa-
ragraaf "Blokkendiagram voor toegang tot het menu'" op pag.
68 78.
Volgorde van de instelling van de openingsvertraging van de 2e
vlamgang:
− Programmering toegestaan in modaliteit WERKING en in
STAND-BY;
− Druk 25 sec. op de knop ≤ t < 30 sec.;
− De GROENE led knippert 4 maal;
− Laat de knop los;
− GROENE led UIT;
− Druk 1 maal op de knop om een vertraging van 10 sec (*)
te activeren;
− Druk 2 maal op de knop om een vertraging van 20 sec (*)
te activeren;
− Druk 3 maal op de knop om een vertraging van 30 sec (*)
te activeren;
− GROENE led AAN en UIT bij elke druk en loslating;
− Na 10 sec. knippert de GROENE led het aantal keer dat
geprogrammeerd is (0,5 sec. AAN; 0,5 sec. UIT).
CONFIGURATIE VAN DE SERIËLE COMMUNICATIE
De controledoos maakt het mogelijk om de seriële communica-
tie in te stellen, zie paragraaf "Blokkendiagram voor toegang tot
het menu'" op pag. 68 78.
Volgorde van de instelling van de seriële communicatie:
− Programmering toegestaan in modaliteit WERKING en in
STAND-BY;
− Druk 15 sec. op de knop ≤ t < 20 sec.;
− De GROENE led knippert 2 maal;
− Laat de knop los;
− GROENE led UIT;
− Druk 1 maal op de knop om de seriële communicatie (*)
te activeren;
− Druk 2 maal op de knop om de seriële communicatie (*)
te deactiveren;
− GROENE led AAN en UIT bij elke druk en loslating;
− Na 10 sec. knippert de GROENE led het aantal keer dat
geprogrammeerd is (0,5 sec. AAN; 0,5 sec. UIT).
(*) Wacht altijd 1 sec. bij het indrukken en loslaten van de
knop, zodat het commando correct in het geheugen wordt
opgeslagen.
WEERGAVE HISTORIE VERGRENDELINGEN
Met de controledoos kunnen de laatste 10 gememoriseerde ver-
grendelingen weergegeven worden, via het "Menu program-
mering". Deze pagina kan zowel bereikt worden in de status
STAND-BY als in de status WERKING.
Volgorde van de weergave van de laatst opgetreden vergren-
deling:
− Houd de knop minimaal 30 seconden en maximaal 35
seconden ingedrukt.;
− De GROENE led knippert 5 maal.;
− Laat de knop los;
− Weergave van type gememoriseerde vergrendeling voor
10 sec.;
− Druk nogmaals op de knop om de weergave van de vol-
gende vergrendelingen en oudere vergrendelingen toe te
staan.;
− Na 10 keer wordt de oudste vergrendeling weergegeven.
Door nogmaals op de knop te drukken, wordt de meest
recente vergrendeling opnieuw weergegeven.;
− De vergrendeling wordt gedurende 10 seconden weerge-
geven..
79
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD