Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Riello INSIEME EVO COND 45 LN Installatiehandleiding pagina 47

Inhoudsopgave

Advertenties

Par.
Menu
Beschrijving
Nr.
Nominale waarde omgevingstemperatuur Directe zone/Zone
1
2000
2132
Door een OpenTherm (OT) ruimtethermostaat aan te sluiten
op de thermische eenheid of op het accessoire voor de re-
geling van de zone, wordt deze parameter niet gebruikt
Nachtelijke verlaging setpoint Rechtstreekse Zone/Zona 1 in
verwarmingsmodus Par. 2001= 2 of 3
Bepaalt met hoeveel graden het setpoint van de verwar-
ming verlaagd moet worden bij het openen van het contact
2000
2133
van de omgevingsthermostaat (TA)
De verlaging van de aanvoertemperatuur is van invloed op
alle actieve verwarmingszones en om te worden gebruikt,
moet elke zoneregelaar de RT-klem overbrugd hebben.
2000
2134
Compensatiefactor buitentemperatuur Directe zone/Zone 1
2000
2135
Sluitingstijd mengklep Zone 1
2000
2136
PID P mengklep Zone 1
2000
2137
PID I mengklep Zone 1
2000
2138
Tijdsduur werking klep Zone 1
Verhoging setpoint Zone 1
Verhoogt de waarde van het setpoint van de verwar-
mingszone. Bijvoorbeeld, als het setpoint van de zone
40°C bedraagt, wordt het verzoek tot warmte dat naar
2000
2139
de verwarmingsketel verzonden wordt verhoogd met 5°C
(fabrieksinstelling). Bijgevolg bedraagt de waarde voor de
verwarmingsketel 45°C.
Alleen geldig voor gemengde zone.
2000
2140
Postcirculatietijd circulatiepomp Zone 1
2000
2141
Beveiliging tegen overtemperatuur aanvoer Zone 1
2000
2142
Controletijd overtemperatuur Zone 1
2000
2143
Wachttijd overtemperatuur Zone 1
2000
2144
Hersteltijd systeem Zone 1
2000
2500
Functie niet geïmplementeerd
2000
2501
Functie niet geïmplementeerd
Gebruik accessoire voor de regeling van Zone 1
0 = Nee
1 = Ja
3000
3100
Als de accessoire voor de regeling van Zone 1 wordt gebruikt,
zijn de RT- en OT-ingangen niet ingeschakeld. De RT-ingang
wordt alleen gebruikt om nachtverlaging op alle actieve
zones te activeren (Par. 2001 = 2 en 3)
Modus Zone 1
3000
3101
0 = direct
1 = gemengd
Setpoint verwarming Zone 2 in verwarmingsmodus 0 en 3
De regeling van de thermische eenheid bepaalt het setpoint
van de ketel bij verwarming met behulp van de hoogste
2000
2203
waarde onder de aangevraagde waarden van alle actieve
zones (Par. 1101, 1201, 1301)
Als Zone 2 als gemengd geconfigureerd is, wordt als setpoint
de waarde gebruikt die ingesteld is in parameter 1212.
Maximum setpoint verwarming Zone 2 bij minimale buiten-
2000
2219
temperatuur
Minimale buitentemperatuur Zone 2
Bepaalt de minimale buitentemperatuur waarbij het set-
2000
2220
point maximale verwarming wordt geassocieerd van Par.
2219.
Minimum setpoint verwarming Zone 2 op de basis buiten-
temperatuur (Par. 2222)
2000
2221
Stel het setpoint minimale verwarming in wanneer de
buitentemperatuur gelijk is aan de waarde ingesteld in
parameter 2222 (basis buitentemperatuur).
Instelling verwarming Zone 2
47
Fabrieksin-
stelling
Bereik
INSIEME EVO
COND LN
5...35
20
0...10
4
0...100
50
0...240
140
0...99
5
0...99
10
0...255
2
0...20
5
0...240
30
0...100
55
0...240
0
0...240
2
0...240
2
0...1
0
0...1
0
BT: (Par. 2221,
70 (AT)
45)
45 (BT)
AT: (Par. 2221)
BT: (Par. 2221,
82 (AT)
45)
45 (BT)
AT: (Par. 2221)
-20...5
-20
BT: (20, Par.
30 (AT)
2219)
20 (BT)
AT: (Par. 2219)
INSTALLATIE
UM
Toegang
°C
I
°C
I
%
I
Sec.
I
I
I
Sec. x
I
10
°C
I
Sec.
I
°C
I
Min.
I
Min.
I
Min.
I
I
I
I
I
°C
U
°C
I
°C
I
°C
I

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave