INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD
3.2.11
Uitblijven van ontsteking
In het geval van een storing in de ontsteking of de werking,
worden een tekstbericht (klein cijfer) en een nummer (groot cij-
fer) op het display van de thermische eenheid weergegeven die
varieert op basis van de gevonden storing.
Zie de foutenlijst voor een gedetailleerde beschrijving.
Er zijn 3 foutniveaus:
− Permanent (Loc)
− Tijdelijk (Err)
− Waarschuwing (AttE)
Op het gedeelte met het grote cijfer wordt het nummer van de
fout weergegeven en, afhankelijk van de fout/waarschuwing,
knippert een bericht samen met het nummer.
Zie de foutenlijst voor een gedetailleerde beschrijving.
Permanente fout
Het bericht "Loc" wordt weergegeven samen met het nummer
van de permanente fout. Het pictogram
brander is uitgeschakeld. Het apparaat moet handmatig wor-
den gereset door de toets "ENTER/RESET" ingedrukt te houden.
Tijdelijke fout
Het bericht "Err" wordt weergegeven samen met het nummer
van de tijdelijke fout.
Het pictogram
geeft aan dat de brander is uitgeschakeld.
De vergrendelingsfout moet worden opgelost.
Meldingen
Het bericht "AttE" wordt weergegeven samen met het nummer
van de waarschuwing.
Het apparaat is niet vergrendeld, maar heeft mogelijk een ver-
minderde functionaliteit (afhankelijk van de waarschuwing).
3.3
Controleer na de verwarmingsketel ingeschakeld te hebben of
deze stopt en inschakelt:
− Door de ingestelde temperatuur te wijzigen;
− Door op de hoofdschakelaar in te grijpen en deze te ver-
− Door de omgevingsthermostaat of de klokthermostaat te
geeft aan dat de
− Controleer of de circulatiepomp vrij draait, aangezien,
60
Controles tijdens en na de eerste
inbedrijfstelling
plaatsen van (I) naar (0) en vice versa;
°C
regelen;
vooral na lange periodes van ongebruik, aanslag en/of
resten de vrije draaibeweging kunnen verhinderen;