VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM
4 VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM
4.1
Inbedrijfstelling
9
Het onderhoud en de afstelling van het apparaat moet
minstens een keer per jaar worden uitgevoerd door de
Technische Klantenservice of door bekwaam professioneel
personeel conform alle geldende nationale en plaatselijke
normen.
9
Een slecht onderhoud of verkeerde afstelling kan het appa-
raat beschadigen en lichamelijke letsels of een gevaarlijke
situatie veroorzaken.
9
Het openen en eventueel verwijderen van het paneelwerk
mogen niet door de verantwoordelijke van de installatie
worden uitgevoerd. Deze handelingen mogen alleen wor-
den uitgevoerd door de Technische Klantenservice of door
bekwaam professioneel personeel.
De eerste inschakeling van de verwarmingsgroep INSIEME EVO
COND
dient uitgevoerd te worden door de Technische Klan-
R
tenservice
R
. Daarna kan het apparaat automatisch werken.
Het kan wel gebeuren dat de verantwoordelijke van de installa-
tie het apparaat zelfstandig in werking moet stellen zonder de
Technische Klantenservicehierbij te betrekken; bijvoorbeeld na
een lange afwezigheid.
In deze gevallen moet de verantwoordelijke voor de installatie
de volgende controles en handelingen uitvoeren:
− Controleer of de brandstof- en waterkranen van de ver-
warmingsinstallatie geopend zijn
− Controleer of de druk van het hydraulisch circuit, als het
afgekoeld is, 1,5 bar bedraagt (waarde aangegeven op
het startscherm van het bedieningspaneel) en of het cir-
cuit ontlucht is
Bar
− Stel de omgevingsthermostaten voor hoge en lage tem-
peratuur van de zones in op de gewenste temperatuur
(~20°C) of controleer, als de installaties zijn uitgerust met
een programmeerbare thermostaat of programmeerbare
schakelklok, of die actief en ingesteld is (~20°C)
°C
− Stel de hoofdschakelaar van de installatie in op ON en de
hoofdschakelaar van de verwarmingsgroep op (I).
Het apparaat voert de ontstekingsfase uit en eenmaal ingescha-
keld blijft het in werking totdat de ingestelde temperaturen zijn
bereikt.
Daarna zal het apparaat naar aanleiding van de gewenste tem-
peratuur automatisch starten en stoppen zonder dat daarvoor
verdere ingrepen nodig zijn.
Indien er zich tijdens de ontsteking of de werking storingen
voordoen, verschijnt op het display een foutcode waarmee de
mogelijke oorzaak zoals aangegeven in de paragraaf "Fouten-
lijst" kan worden opgespoord.
9
In geval van een permanente fout, om de startomstandig-
heden te herstellen, houd de toets ENTER/RESET gedurende
3 seconden ingedrukt en wacht tot de verwarmingsgroep
opnieuw gestart wordt.
Als dit geen resultaat heeft, kan deze handeling maximaal 2-3
keer herhaald worden, waarna de hulp van de
Klantenservice van ingeroepen moet worden.
92
Technische
R