Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onderhoudswerkzaamheden Aan De Spoelluchttoevoer; Voorbereiding En Algemene Controle - SICK GM35 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

ONDERHOUD
8.4

Onderhoudswerkzaamheden aan de spoelluchttoevoer

8.4.1

Voorbereiding en algemene controle

96
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G | GM35
Hete gassen bij omgevingsvoorwaarden met overdruk
WAARSCHUWING: Brandgevaar door ontsnappend heet gas in installaties
met overdruk
Bij installaties met overdruk kan de spoelluchtslang door vrijkomend heet gas
worden vernietigd en afhankelijk van de temperatuur vlam vatten.
Bij installaties met overdruk en tevens gastemperaturen van meer dan 200°C:
Let erop dat door de inbouw van een (snelsluit)klep of een ventiel de
terugstroom wordt voorkomen.
De functionaliteit van de terugstroombeveiligingen dient regelmatig te
worden gecontroleerd.
Bij systemen met spoelluchttoevoer is de betrouwbaarheid hiervan essentieel voor het
behoud en de beschikbaarheid van het meetsysteem. Het onderhoud aan de
spoelluchttoevoer is eenvoudig, moet echter uiterst zorgvuldig worden uitgevoerd.
Voor het onderhoud aan de spoelluchttoevoer is er sprake van de volgende voorwaarden:
– Indien in het meetgaskanaal een betreffende onderdruk heerst die ervoor zorgt dat er in
voldoende mate met omgevingslucht wordt gespoeld zodra de spoelluchttoevoer wordt
verwijderd, kunnen de ZO-eenheid en reflector tijdens het onderhoud aan de
spoelluchteenheid op het kanaal gemonteerd blijven.
– De ZO-eenheid is bij het flensvoorzetstuk helemaal opengeklapt zodat stof dat tijdens
het onderhoud eventueel door de spoelluchtslang wordt geblazen niet op de optische
grensvlakken van de ZO-eenheid en reflector neerslaat. Bovendien moet zoals hieronder
beschreven de spoelluchtslang tijdens het onderhoud van de spoelluchtvoorzetstukken
worden losgekoppeld.
Verwijder de spoelluchtslang bij ingeschakelde spoelluchteenheid van de spoelluchtinlaat
van het betreffende spoelluchtvoorzetstuk.
Schakel de energievoorziening van de spoelluchteenheid (driefasig) uit en breng een
adequate waarschuwing aan om abusievelijk herinschakelen tijdens de
onderhoudswerkzaamheden te voorkomen.
Verwijder een eventueel aanwezige weerkap van de spoelluchteenheid.
Indien er sprake is van opvallende verontreinigingen aan de buitenkant, moet de
behuizing van de spoelluchteenheid worden gereinigd en indien nodig de oorzaak van de
verontreinigingen worden vastgesteld. De frequentie, waarmee een filter moet worden
vervangen, is vooral afhankelijk van het stofgehalte van de omgevingslucht.
Zorg ervoor dat de kabels over de gehele lengte niet beschadigd zijn, de aansluitingen
niet los zitten en er geen sprake is van corrosie en vochtigheid. Voer indien nodig
reparaties uit.
Controleer de spoelluchtslang zorgvuldig op mogelijke beschadigingen. Let vooral op
mechanisch belaste plekken zoals bij slangklemmen.
Controleer alle niet-verwijderde slangklemmen aan de spoelluchtslang en
spoelluchteenheid om er zeker van te zijn dat deze goed vast zitten; draai indien nodig
opnieuw vast.
Controleer of de blinde stop van de Y-verdeler aan de spoelluchteenheid goed vast zit.
8022940/V3-0/2018-06| SICK
Wijzigingen en correcties voorbehouden

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave