INSTALLATIE
4.2.3
Aansluitkast (optie)
34
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G | GM35
▸
Monteer de aansluitkast in de buurt van het meetpunt.
– Bevestig de behuizing in overeenstemming met beide bevestigingsgaten (
▸
De beschikbare kabellengte van de aansluitkast naar de ZO-eenheid bedraagt 4 m.
Houd rekening met de betreffende kabelbuizen voor de voorgemonteerde leidingen die
tijdens de voorafgaande installatie op locatie zijn gelegd.
bevestigings-
gaten
Afbeelding 15: Montage van de aansluitkast
∅
5 mm).
8022940/V3-0/2018-06| SICK
Wijzigingen en correcties voorbehouden