ONDERHOUD
8
Onderhoud
Kwalificatie
Advies
8.1
Veiligheid
90
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G | GM35
De gasanalysator GM35 is uiterst onderhoudsarm. In dit hoofdstuk staan de regelmatig
terugkerende onderhoudswerkzaamheden aan het GM35-meetsysteem beschreven.
De in dit hoofdstuk beschreven controles en onderhoudswerkzaamheden kunnen door
servicetechnici worden uitgevoerd die aan de hand van de in deze gebruiksaanwijzing
verstrekte informatie vertrouwd zijn met het apparaat en die met name over volledige
kennis van de bijbehorende veiligheidsvoorschriften beschikken.
Onderhoudsintervallen
De onderhoudsintervallen zijn afhankelijk van de individuele gebruiksvoorwaarden en
dienen van geval tot geval met de service van SICK resp. met een geschoolde ingenieur of
technicus van de bevoegde verkooppartner te worden besproken.
Indien er geen andere afspraken zijn vastgelegd, geldt het volgende advies:
• Onderhoudsinterval – 6 weken
Onderhoudsrapport
Houd een overzicht bij van de uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden. Hiervoor volstaat
een simpel notitieboekje, waarin de onderhoudsdata, de uitgevoerde werkzaamheden,
bijzondere observaties en de benodigde eenmalige onderdelen en reserveonderdelen wor-
den gedocumenteerd.
Belangrijke veiligheidsinstructies voor alle onderhoudswerkzaamheden
Om risico's voor de gezondheid en schade aan het meetsysteem te voorkomen,
moeten bij de onderhoudswerkzaamheden absoluut de volgende aanwijzingen
in acht worden genomen:
• Gebruik bij heet en/of agressief meetgas resp. stof, hoge stofbelading of
overdruk in het meetgaskanaal geschikte beschermende kleding en een
beschermend masker. Open nooit zonder adequate veiligheidsmaatregelen
de behuizing en klap ook nooit zomaar de snelsluitingen open.
• Bij bijzonder problematische omstandigheden in het meetgaskanaal die het
werken aan het geopende kanaal ondanks de beschermende uitrusting
bemoeilijken of uitsluiten, kunnen de onderhoudswerkzaamheden alleen
worden uitgevoerd aan een meetkanaal dat buiten werking is gesteld, evt.
met omgevingslucht wordt doorstroomd.
• De spoelluchttoevoer moet ononderbroken werken en de ZO-eenheid mag
niet worden geopend of open geklapt zolang deze direct aan het meetkanaal
is aangebracht.
• Indien er tijdens de visuele controle van de voedingskabel een beschadiging
van de isolatie of de trekontlasting wordt opgemerkt, moet de stroomtoevoer
naar de betreffende leiding meteen worden uitgeschakeld. Vereiste is dat de
volgorde van de werkzaamheden in acht wordt genomen en de kabels van
de spoelluchteenheid dus alleen worden gecontroleerd als het meetsysteem
is uitgebouwd.
8022940/V3-0/2018-06| SICK
Wijzigingen en correcties voorbehouden