Opmerking: Het kan hierbij handig zijn
druk uit te oefenen bij het uiteinde van de
bout met een 9/16 inch steeksleutel om de
bouten op een lijn te brengen met de tweede
rij gaten op de beugel van het maaidek en de
grasgeleider.
5. Til de grasgeleider omhoog en controleer of
deze veerbelast is en onbelemmerd volledig
omlaag kan worden geklapt.
Belangrijk: De grasgeleider moet onder
veerspanning omlaag worden gehouden.
Til de grasgeleider omhoog om te
controleren of deze volledig omlaag klapt.
Reiniging
Onderkant van
maaimachine wassen
Telkens nadat u de maaimachine heeft gebruikt,
moet u de onderkant van de machine wassen om
te voorkomen dat er zich gras verzamelt. Hierdoor
wordt gras beter fijn gemaakt en het maaisel beter
verstrooid.
1. Parkeer de machine op een stevig, horizontaal
oppervlak.
2. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels
in de neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen alvorens de
bestuurderspositie te verlaten.
4. Bevestig de slangkoppeling aan de
wasaansluiting van de maaimachine en draai de
waterkraan helemaal open (Figuur 54).
Opmerking: Smeer petrolatum op de
O-ring van de wasaansluiting om de koppeling
gemakkelijker te bevestigen en de O-ring te
beschermen.
Figuur 54
1. Wasaansluiting
2. Snelkoppeling
5. Zet het maaidek in de laagste maaistand.
6. Neem plaats op de bestuurdersstoel en start de
motor. Schakel de aftakas in en laat de machine
één tot drie minuten lopen.
7. Schakel de aftakas uit, zet de motor af en haal
het sleuteltje uit het contact. Wacht totdat
alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen.
8. Draai de kraan dicht en maak de snelkoppeling
los van de wasaansluiting.
Opmerking: Als de maaimachine na
één wasbeurt niet schoon is, moet u deze
30 minuten laten inweken. Herhaal daarna
deze procedure.
9. Laat de motor opnieuw één à drie minuten
lopen om het overtollig water te verwijderen.
40
3. Slang