Figuur 46
Het motoroliefilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsu-
ren—Vervang het motoroliefilter
(vaker in stoffige, vuile omstandig-
heden).
Opmerking:
Vervang het oliefilter van de motor
vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of
zanderige omstandigheden.
1.
Laat de olie uit de motor lopen.
2.
Vervang het motoroliefilter
g027660
(Figuur
47).
39
Figuur 47
Opmerking:
Controleer of de pakking van het
oliefilter contact maakt met de motor en draai
nog 3/4 slag extra vast.
3.
Vul het carter met het juiste type nieuwe olie.
Onderhoud van de bougie
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsu-
ren—Controleer de bougie(s).
Controleer of de elektrodenafstand correct is voordat
u de bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor
het (de)monteren van de bougie(s) en een voelermaat
voor het meten en afstellen van de elektrodenafstand.
Monteer indien nodig nieuwe bougies.
Type: NGK BPR4ES
Elektrodenafstand: 0,76 mm
Bougie verwijderen
1.
Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in
de
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
g027477
en stel de