Bedieningsorganen
Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen
voordat u de motor start en de machine gebruikt
(Figuur
5).
1. Gashendel
2. Choke
3. Urenteller
Contactschakelaar
De contactschakelaar heeft 3 standen: S
en U
. Als u het contactsleuteltje op S
IT
loslaat, zal het zelf naar L
sleuteltje op U
draait, wordt de motor afgezet; het
IT
verdient echter aanbeveling het sleuteltje altijd uit het
contact te verwijderen als u de machine verlaat om
te voorkomen dat iemand per ongeluk de motor start
(Figuur
5).
Gashendel
De gashendel heeft twee standen: S
Door de gashendel naar voren bewegen, wordt het
motortoerental verhoogd en door deze naar achteren
te bewegen wordt het toerental verlaagd. Door de
gashendel naar voren in de pal te drukken, geeft u
vol gas
(Figuur
5).
Choke
Gebruik de choke om een koude motor te starten.
Trek de knop van de choke omhoog om deze in te
schakelen. Druk de knop van de choke omlaag om
deze uit te schakelen.
Messchakelaar
Met de messchakelaar schakelt u de aandrijving naar
de maaimessen in of uit
Figuur 5
4. Contactschakelaar
5. Messchakelaar
TART
draait en
TART
draaien. Als u het
OPEN
en L
NEL
ANGZAAM
(Figuur
5).
Urenteller
De urenteller registreert het aantal uren dat de
messen in bedrijf zijn geweest. De urenteller werkt
als de messchakelaar is ingeschakeld. Gebruik deze
tijden om regelmatig onderhoudswerkzaamheden te
plannen
(Figuur
Brandstofmeter
Het brandstofvenster onder de bedieningspositie kan
worden gebruikt om het benzinepeil in de tank te
controleren
g017722
1. Brandstofvenstertje
, L
OPEN
Rijhendels
De rijhendels zijn snelheidsgevoelig en bedienen de
onafhankelijke wielmotoren. Als u een hendel naar
voren of naar achteren beweegt, draait het wiel aan
dezelfde kant vooruit of achteruit; de snelheid van de
wielen is evenredig aan hoever u de hendel beweegt.
Zet de rijhendels vanuit het midden naar buiten in de
N
EUTRAALSTAND
de rijhendels altijd in de vergrendelde N
als u de machine stopt of onbeheerd achterlaat.
.
Parkeerremhendel
De parkeerremhendel bevindt zich links van de
bedieningseenheid
worden de aandrijfwielen geblokkeerd door de
parkeerrem. Trek de hendel omhoog en naar achteren
om de rem in werking te stellen. Duw de hendel naar
voren en naar beneden om de rem vrij te zetten.
Maaidekhefsysteem met
voetpedaal
Met het maaidekhefsysteem met voetpedaal kunt u
het maaidek omhoog en omlaag brengen vanuit de
bestuurdersstoel. De bestuurder kan het voetpedaal
15
5).
(Figuur
6).
Figuur 6
en verlaat de machine
(Figuur
4). Met de remhendel
g020264
(Figuur
4). Zet
EUTRAALSTAND