VOORZICHTIG
Deze machine stelt de gebruiker bloot aan
geluidsniveaus van meer dan 85 dBA. Bij
langdurige blootstelling kan dit leiden tot
gehoorbeschadiging.
Draag gehoorbescherming als u deze machine
gebruikt.
Wij adviseren u beschermende uitrusting te gebruiken,
zoals een veiligheidsbril, gehoorbescherming,
handschoenen, veiligheidsschoenen en een helm.
1. Draag oogbescherming.
De omkantelbeveiliging
(rolbeugel) gebruiken
WAARSCHUWING
Om lichamelijk of dodelijk letsel te
voorkomen door een kantelende machine:
laat de rolbeugel op zijn plaats en doe de
veiligheidsgordel om.
WAARSCHUWING
Er is geen kantelbeveiliging als de rolbeugel
is verwijderd.
• Rij langzaam en voorzichtig.
• Let goed op dat er voldoende ruimte
boven de machine is (denk aan takken,
deuropeningen, elektrische kabels)
voordat u onder een object door rijdt en
zorg ervoor dat u dit niet raakt.
Figuur 9
2. Draag gehoorbescher-
ming.
Werking van het
veiligheidssysteem
WAARSCHUWING
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van
de machine. Dit kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van
de interlockschakelaars en vervang
beschadigde schakelaars voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
Het veiligheidssysteem is bedoeld om starten van de
motor alleen mogelijk te maken wanneer:
g009027
•
De maaimessen zijn uitgeschakeld.
•
De rijhendels staan in P
Het veiligheidssysteem zorgt ook dat de motor wordt
gestopt wanneer de rijhendels niet in P
en u de bestuurdersstoel verlaat.
Het veiligheidssysteem
testen
Controleer de werking van het veiligheidssysteem
telkens voordat u de machine in gebruik neemt. Als
het veiligheidssysteem niet werkt zoals hieronder
wordt beschreven, moet u het direct laten repareren
door een erkende servicedealer.
1.
Neem plaats op de bestuurdersstoel, met de
rijhendels in P
A
. Probeer de motor te starten; de motor mag
AN
nu niet gaan draaien.
2.
Blijf zitten op de bestuurdersstoel en schakel de
messchakelaar in de U
de rijhendels in de middelste, onvergrendelde
stand. Probeer de motor te starten; de motor
mag nu niet gaan draaien. Beweeg nu de
andere rijhendel.
3.
Blijf zitten op de bestuurdersstoel, zet de
messchakelaar U
de P
ARKEERSTAND
loopt, schakelt u de messchakelaar in en komt u
iets overeind uit de bestuurdersstoel; de motor
moet stoppen.
4.
Blijf zitten op de bestuurdersstoel, zet de
messchakelaar U
vast in P
ARKEER
motor loopt, moet u de rijhendels in de
middelste, onvergrendelde stand zetten en de
19
.
ARKEER
ARKEER
en zet de messchakelaar
ARKEER
-stand. Zet een van
IT
en zet de rijhendels vast in
IT
. Start de motor. Als de motor
en zet de rijhendels
IT
. Start de motor. Als de
staan