Brandstoftank vullen
Schakel de motor uit en zet de rijhendels in de
P
.
ARKEERSTAND
Belangrijk:
Vul de brandstoftank niet te vol. Vul
de tank tot aan de onderkant van de vulbuis. Dit
geeft de brandstof in de tank ruimte om uit te
zetten. Als de tank te vol wordt gevuld, kan dit
leiden tot brandstoflekkage of schade aan de
motor of het emissiesysteem.
1.
Reinig de omgeving van de tankdop en verwijder
de tankdop.
2.
Traag gewone, ongelode benzine toevoegen tot
de brandstof tot de onderkant van de vulbuis
reikt
Figuur
7.
3.
Draai de brandstofdop stevig vast tot u een klik
hoort.
Opmerking:
Neem gemorste benzine op.
Figuur 7
Veiligheid staat voorop
Lees alle veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veilige
bediening. Met behulp van deze informatie kunt u
voorkomen dat omstanders of uzelf letsel oplopen.
GEVAAR
Als u maait op nat gras of een steile helling
bestaat de kans dat de wielen slippen en u de
controle over de machine verliest.
• Gebruik de maaimachine niet op hellingen
van meer dan 15 graden.
• Verminder uw snelheid en wees uiterst
voorzichtig op hellingen.
• Gebruik de machine niet in de buurt van
water.
GEVAAR
Wielen die over randen heen komen, kunnen
tot gevolg hebben dat de machine omkantelt,
hetgeen ernstig of dodelijk letsel dan wel
verdrinking kan veroorzaken.
Gebruik de machine niet in de buurt van steile
hellingen.
g027637
1. Veilige zone – hier kunt u
de machine gebruiken.
2. Gebruik een loopmaaier
en/of een handtrimmer
in de buurt van steile
hellingen en water.
18
Figuur 8
3. Water
g000513