Verbinding gemaakt
Parameters invoeren
FIBERTRAC 32 • Profibus PA
7 Met smartphone/tablet in bedrijf nemen (Bluetooth)
De sensor-PIN en de sensorgegevens worden gecodeerd conform
de Bluetooth-standaard 4.0 tussen sensor en bedieningsapparaat
overgedragen.
Opmerking:
Wanneer een verkeerde sensor-PIN wordt ingevoerd, dan is het
opnieuw invoeren pas na een bepaalde vertragingstijd mogelijk. Deze
tijd wordt na elke verkeerde invoer verlengd.
De melding " Wacht op authentificatie" wordt op de smartphone/tablet
weergegeven.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht verschijnt het sensorbedie-
ningsmenu op het betreffende bedieningsapparaat.
Wanneer de Bluetooth-verbinding wordt onderbroken, bijv. bij te grote
afstand tussen beide apparaten, dan wordt dit overeenkomstig op
het bedieningsapparaat getoond. Wanneer de verbinding weer wordt
hersteld, dan verdwijnt de melding.
7.3
Sensorparametrering
Het sensorbedieningsmenu is in twee helften verdeeld:
Links vindt u het navigatiegebied met de menu's " inbedrijfname", "
Weergave", " diagnose" en andere.
Het gekozen menu-item is herkenbaar aan de kleurverandering en
wordt in de rechterhelft getoond.
Fig. 22: Voorbeeld van een app-aanzicht - inbedrijfname meetwaarden
63