Hoofdmenu
Procedure
Sensoradres
FIBERTRAC 32 • Profibus PA
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Stel het adres (MGC) op het primary-instrument in op "99".
U moet de adressen van de secondary-instrumenten in de lijst van
het primary-instrument opnemen. Deze functie is in de display- en
bedieningsmodule niet mogelijk. Daarvoor heeft u PACTware nodig
met de bijbehorende DTM.
Het hoofdmenu is in vijf bereiken verdeeld met de volgende functio-
naliteit:
Inbedrijfname: instellingen bijv. meetplaatsnaam, isotoop, toepas-
sing, achtergrondstraling, inregeling, signaaluitgang
Display: instellingen bijv. voor taal, meetwaarde-aanwijzing
Diagnose: informatie bijv. over instrumentstatus, aanwijzing, simula-
tie
Uitgebreide instellingen: instrumenteenheid, reset, datum/tijd,
kopieerfunctie
Info: instrumentnaam, hard- en softwareversie, kalibratiedatum,
instrumentspecificaties
Controleer of het display al op de voor u correcte taal is ingesteld.
Indien dit niet het geval is, kunt u de taal in het menupunt " Display -
taal van het menu" veranderen.
Begin met de inbedrijfname van de FIBERTRAC 32.
In het hoofdmenupunt " inbedrijfname" moeten voor een optimale
instelling van de meting de afzonderlijke submenupunten opeen-
volgend worden gekozen en ingesteld op de juiste parameters. De
procedure wordt hierna beschreven.
Houd de volgorde van de menupunten zo veel mogelijk aan.
6.4.1 Inbedrijfname
Ieder Profibus-PA-instrument moet een adres krijgen. Ieder aders
mag in een Profibus-PA-netwerk slechts eenmaal worden toegekend.
Alleen bij correct ingesteld adres wordt de sensor door het bestu-
ringssysteem herkend.
Bij uitlevering af fabriek is het adres 126 ingesteld. Deze kan voor
functionele beproeving van het instrument en voor aansluiting op
een aanwezig Profibus-PA-netwerk worden gebruikt. Aansluitend
45