PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDLAMPJE VOOR
MET KANTELBAAR
LAMPENGLAS
Het lampje gaat automatisch branden als
u een voorportier opent en dooft als het
betreffende portier wordt gesloten.
Bij gesloten portieren kunt u het lampje
in- en uitschakelen door op de aange-
geven wijze op de linker zijde van het lam-
penglas A-fig. 43 te drukken.
PLAFONDVERLICHTING VOOR
MET SPOTJES fig. 44
(indien aanwezig)
Met schakelaar A kunnen de plafond-
lampjes worden in- en uitgeschakeld.
Met schakelaar A in het midden worden
de lampjes C en D in-/uitgeschakeld bij
het openen/sluiten van de portieren.
Met knop A naar links gedrukt, blijven de
lampjes C en D altijd uitgeschakeld.
Met knop A naar rechts gedrukt, blijven de
lampjes C en D altijd ingeschakeld.
fig. 43
Het inschakelen/doven van de verlichting
gaat geleidelijk.
Met schakelaar B bedient u de spotjes; bij
uitgeschakelde plafondverlichting wordt
met de schakelaar:
r in linker stand, het spotje C ingescha-
keld;
r in linker stand, het spotje C ingescha-
keld;
F0T0113m
fig. 44
BELANGRIJK Controleer voordat u de
auto verlaat of beide schakelaars in de
middelste stand staan. Op deze manier
zullen de lampjes van de plafondverlich-
ting doven bij het sluiten van de portie-
ren, en voorkomt u dat de accu ontlaadt.
Als de knop in de rechter stand is blijven
staan, schakelt de verlichting 15 minuten
na het uitzetten van de motor automa-
tisch uit.
F0T0121m
51