LAMP VERVANGEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
r Controleer voordat u een lamp ver-
vangt of de contacten niet zijn geoxi-
deerd;
r vervang een defecte lamp door een
exemplaar van hetzelfde type en ver-
mogen;
r als u een gloeilamp in de koplamp hebt
vervangen, controleer dan om veilig-
heidsredenen altijd of de afstelling nog
goed is;
r als een lamp niet brandt, controleer dan
eerst of de zekering niet doorgebrand
is, voordat u de lamp vervangt: zie voor
de plaats van de zekeringen de para-
graaf "Zekeringen vervangen" in dit
hoofdstuk.
130
ATTENTIE!
Modificaties of reparaties aan
de elektrische installatie die
niet correct worden uitgevoerd en
waarbij geen rekening wordt gehouden
met de technische specificaties van het
systeem, kunnen storingen in de wer-
king en zelfs brand veroorzaken.
ATTENTIE!
Halogeenlampen bevatten
gas onder druk. Bij breuk
kunnen er glassplinters wegschieten.
Halogeenlampen mag u uit-
sluitend aanraken op het me-
talen gedeelte. Als u de bol
met uw vingers aanraakt, zal
de lichtopbrengst van de lamp terug-
lopen en kan ook de levensduur be-
perkt worden. Als u de bol per onge-
luk toch hebt aangeraakt, moet u de
bol schoonwrijven met een doekje met
alcohol en daarna laten drogen.
Wij raden u aan defecte gloei-
lampen, indien mogelijk, door
het Fiat Servicenetwerk te la-
ten vervangen. De juiste wer-
king en afstelling van de buitenverlich-
ting zijn van essentieel belang voor de
rijveiligheid en bovendien wettelijk ver-
plicht.
BELANGRIJK Aan de binnenzijde kan de
koplamp een beetje beslagen zijn: dit duidt
niet op een defect, maar is een natuurlijk
verschijnsel dat veroorzaakt wordt door
een lage temperatuur en de luchtvochtig-
heidsgraad, en verdwijnt snel als de kop-
lampen worden ingeschakeld. De aanwe-
zigheid van druppels aan de binnenzijde
van de koplamp duidt daarentegen op het
binnendringen van water: wendt u tot het
Fiat Servicenetwerk.