Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

BUITENVERLICHTING

Met de linker hendel fig. 40 bedient u de
buitenverlichting.
De buitenverlichting werkt uitsluitend als
de contactsleutel in stand MAR staat.
Als u de buitenverlichting inschakelt, gaan
ook de verlichting van het instrumenten-
paneel en de bedieningsknoppen op het
dashboard branden.
VERLICHTING
UITGESCHAKELD
Draaiknop in stand O.
BUITENVERLICHTING
Draai de draaiknop in stand 6. Op het
instrumentenpaneel gaat het lampje
branden.
fig. 40
PARKEERVERLICHTING
Deze gaan alleen branden als de contact-
sleutel in stand STOP staat of is verwij-
derd en de draaiknop op de linker hen-
del in stand O en vervolgens in de stand
6 of 2 is gezet.
Op het instrumentenpaneel gaat het lamp-
3
je 3 branden. Met de richtingaanwij-
zerhendel kunt u kiezen aan welke zijde
de verlichting moet worden ingeschakeld.
DIMLICHT
Draai de draaiknop in stand 2. Op het
instrumentenpaneel gaat het lampje
branden.
GROOTLICHT
Trek de hendel, met draaiknop A in stand
2 naar het stuur (2
stand). Op het instrumentenpaneel gaat
F0T0220m
het lampje
1
branden.
Als vervolgens de hendel naar het stuur-
wiel wordt getrokken, dan dooft het
grootlicht en wordt het dimlicht weer in-
geschakeld.
GROOTLICHTSIGNAAL
Trek de hendel naar het stuurwiel (1
vergrendelde stand), ongeacht de stand
van de draaiknop. Op het instrumenten-
paneel gaat het lampje
3
e
niet vergrendelde
e
on-
1
branden.
47

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave