9. Storingstabel
Storing
De dosering is gestopt
of de opbrengst is te
laag.
De dosering is te veel
of te weinig.
Pomp doseert onregel-
matig.
Lekkage bij aftapgat.
Regelmatig mem-
braanstoringen.
10. Afvalverwerking
Het afvoeren van dit product of onderdelen ervan
dient te geschieden overeenkomstig de volgende
richtlijnen:
1. Maak gebruik van de plaatselijke publieke of pri-
vate afvalverwerkingsdienst.
2. Indien een dergelijke afvalverwerkingsdienst niet
bestaat of de in het product gebruikte materialen
niet kan verwerken, lever dan het product of de
schadelijke materialen in bij de dichtstbijzijnde
GRUNDFOS onderneming of service werkplaats.
148
Oorzaak
Kleppen lekken of zijn verstopt.
Kleppen niet juist gemonteerd.
Zuigklep of zuigleiding lek of
geblokkeerd.
Aanzuighoogte te hoog.
Te hoge viscositeit.
Onjuiste kalibratie.
Onjuiste kalibratie.
Kleppen lekken of zijn verstopt.
Defect membraan.
Membraan niet goed gemonteerd.
Tegendruk te hoog (gemeten aan
de pers van de pomp).
Afzettingen in de pompkop.
Remedie
Controleer en reinig de kleppen.
Verwijder en herplaats de kleppen. Controleer
of de richting van de pijl op het klephuis over-
eenkomstig de stroomrichting is. Controleer of
alle O-ringen correct zijn geplaatst.
Maak de zuigleiding schoon en controleer de
afdichting.
Plaats de pomp op een lagere positie.
Plaats een aanzuigtank.
Monteer een leiding/slang met een grotere
diameter.
Monteer veerbelaste kleppen.
Kalibreer de pomp, zie hoofdstuk 6.
Kalibreer de pomp, zie hoofdstuk 6.
Controleer en reinig de kleppen.
Monteer een nieuw membraan.
Monteer een nieuw membraan en overtuig u
ervan dat het membraan goed gemonteerd is.
Controleer het systeem. Controleer de injec-
tieklep, indien nodig. Verlaag de pulsaties in
zuig en persleiding door het plaatsen van een
pulsatiedemper.
Reinig/spoel de pompkop.
Wijzigingen voorbehouden.