3
WERKING
3.1
Verantwoordelijkheid van de operator
Het is van essentieel belang dat de operator vertrouwd raakt met de apparatuur vooraleer de machine in gebruik te nemen.
Naast deze handleiding lezen, moet de operator de bij de eenheid geleverde gebruiksaanwijzing en het bedradingsdiagram
bestuderen om inzicht te krijgen in het in gebruik nemen, bediening en uitschakelsequentie en ook de uitschakelmodus en
de veiligheidsvoorzieningen.
Tijdens de eerste inwerkingstelling van de machine is de technicus van Daiking beschikbaar om eventuele vragen te
beantwoorden en om aanwijzingen te geven inzake de correcte operationele procedures.
De operator moet een datalog bijhouden voor elke specifieke machine. Tevens moet een aanvullende onderhoudslog
worden bijgehouden voor periodiek onderhoud en reparaties.
Deze eenheid van Daikin staat voor een substantiële investering en heeft aandacht en zorg nodig om deze apparatuur in
een goede werkende conditie te houden. Wanneer de operator abnormale of ongebruikelijke bedrijfscondities waarneemt,
wordt hij aangeraden contact op te nemen met de technische dienst van Daikin op te nemen.
Het is belangrijk de onderstaande aanwijzingen te volgen tijdens gebruik en het plegen van onderhoud:
•
Sta niet toe dat onbevoegd en/of ongekwalificeerd personeel toegang verkrijgt tot de eenheid.
•
Het is verboden ingrepen op de elektrische componenten uit te voeren zonder eerst de hoofdschakelaar van het
systeem op uit te zetten en de elektrische voeding te hebben losgekoppeld.
•
Het is verboden ingrepen op de elektrische componenten uit te voeren zonder een isolerend platform te
gebruiken. Kom niet aan de elektrische componenten wanneer water en/of vocht aanwezig zijn.
•
Zorg ervoor dat alle werkzaamheden op het koelcircuit en op de onder druk staande onderdelen uitsluitend
worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
•
Compressoren mogen allen vervangen worden door gekwalificeerd personeel.
•
Scherpe randen kunnen letsel veroorzaken. Voorkom direct contact.
•
Breng geen vaste voorwerpen in de waterleidingen terwijl het systeem op het waternet is aangesloten.
•
Op de waterleiding aangesloten op de inlaat van de warmtewisselaar moet een mechanisch filter gemonteerd
worden.
•
Het is strikt verboden om eventuele afschermingssystemen van de bewegende delen te verwijderen.
In geval van een plotselinge stop van de eenheid moeten de aanwijzingen van de handleiding van het bedieningspaneel
worden gevolgd; deze handleiding is onderdeel van de documentatie die aan de eindgebruiker wordt verstrekt.
Wij raden sterk aan om de werkzaamheden voor installatie en onderhoud samen met anderen uit te voeren.
In geval van onvoorzien letsel of problemen:
•
Blijf rustig.
•
Druk op de alarmknop, indien aanwezig op de plaats van installatie.
•
Neem onmiddellijk contact op met de hulpverleners in het gebouw of bel de hulpdiensten.
•
Wacht tot de hulpverleners arriveren en laat de gewonde persoon niet alleen.
3.2
Beschrijving eenheid
De machine bestaat uit een hoogefficiënte natte pijpenbundelketelverdamper van de laatste generatie, waarin het
koelmiddel buiten de pijpen stroomt en het te koelen water in de pijpen.
Een shell-and-tube condensator waarbij het koelmiddel buiten de buizen condenseert terwijl het koelwater aan de binnen
kant van de zeer efficiënte buizen stroomt.
De serie DZ versie XE voorziet ook een economiser. De economiser bestaat uit een platenwisselaar en gebruikt voor
elke compressor een elektronische expansieklep. Het algoritme in de controller bewaakt diverse thermodynamische
parameters van de cyclus om deze kleppen te besturen.
De compressor is van het centrifugale type met magnetische lagers en behoeft derhalve geen smeermiddel. Een deel
van het koelmiddel in de vloeistoflijn wordt gebruikt voor de koeling van de omvormer, waardoor de werking van de
compressor onder de voorziene omstandigheden optimaal is. De stroom van het koelmiddel wordt geregeld door de
compressor die de temperatuur van de omvormer voortdurend controleert.
De door omvormers gestuurde compressor verander de koellading volgens de door de controller ingestelde draaisnelheid.
Op deze wijze past de machine zich perfect aan de werkcondities van het systeem aan zodat de prestaties worden
gemaximaliseerd.
Het koelcircuit heeft ook een elektronische overstroomklep die, naast het beheer van het koelmiddelniveau in de
warmtewisselaar, de correcte van de compressor waarborgt door hem binnen de voorziene grenswaarden te houden.
Alle beschreven onderdelen worden beheerd door een innovatief regelsysteem met een microprocessor die de operaties
optimaliseert door alle werkparameters in de gaten te houden. Een diagnose systeem helpt de operator bij het identifice ren
van alarmeringen en oorzaken van fouten.
Voordat u de compressors start, moet u eerst controleren of alle kleppen openstaan en dat de
sluitdoppen opnieuw zijn ingesteld en vast zijn gedraaid.
D-EIMWC01405-18_03NL - 26/39