2.4
Plaatsing en montage
De eenheid moet gemonteerd worden op een horizontaal betonnen of stalen vlak dat geschikt is om het totale gewicht van
de complete functionerende machine te dragen, en moet zo worden gepositioneerd dat er voldoende ruimte beschikbaar
is voor het onderhoud, de reiniging en/of de verwijdering van de verdamper en de leidingen van de condensator. Raadpleeg
de onderstaande afbeelding voor de betrokken delen. De leidingen van de condensator en verdamper worden aan de
binnenkant van de buizenplaat verlengd zodat, indien nodig, vervangen mogelijk is.
De afstand "A" van de afbeelding is gelijk aan 3,5 m voor enkele en dubbele compressor en aan 4,6 m voor de eenheid
met drie compressoren.
De positie van de machine moet dusdanig zijn dat alle veiligheids- en regelapparatuur toegankelijk blijven. Dek nooit
veiligheidsapparatuur (veiligheidskleppen, drukschakelaar), die, als gevolg van hun belangrijke rol, regelmatig moeten
worden gecontroleerd, nooit af. De uitlaat van de veiligheidskleppen moet voorafgaand aan de werking worden
aangesloten. Voor de afmetingen van de afvoerleiding van de veiligheidsklep raden wij aan de geharmoniseerde normen
en de norm EN13136 toe te passen.
Deze eenheden omvatten de installatie van twee veiligheidskleppen voor elke wisselaar, geïnstalleerd op de wisselkraan,
die altijd een actieve klep in stand houdt. Daarom moeten beide veiligheidskleppen op elke wisselaar buiten de
machinekamer worden aangesloten. Deze pijpen moeten zo geïnstalleerd worden dat, als de klep opent, het afgevoerde
koelmiddel geen mensen en/of voorwerpen raakt, of het gebouw kan binnendringen via ramen en/of andere openingen.
De machinekamer moet goed zijn geventileerd om de ophoping van koelmiddel te voorkomen: dit zou ertoe leiden dat de
lucht niet langer het juiste zuurstofniveau heeft, met verstikking tot gevolg. Wat dat betreft raden wij aan geharmoniseerde
standaard EN378-3 (Vereisten voor veiligheid en milieu - installeren en bescherming van personen) of soortgelijke
standaarden te gebruiken.
Als de lucht door vervuild is met een hoog percentage aan koelmiddel (raadpleeg het veiligheidsblad
van het koelmiddel), dan kan dit leiden tot verstikking, verlies van mobiliteit en bewusteloosheid bij
het inademen. Voorkom contact met de ogen en de huid.
2.5
Schokdempers
De apart geleverde trillingsdempende rubberen pads (optioneel) moeten onder de hoeken van de eenheid worden
geplaatst (tenzij er speciale specificaties zijn). Deze pads zorgen voor een minimale isolatie. Het gebruik van de pads
wordt aangeraden voor alle installaties waarbij er sprake kan zijn van een aanzienlijke overdracht van trillingen. Installeer
ook trillingsvrije naden op de waterpijpen om de spanning op de pijpen, de trillingen en het lawaai te reduceren.
De eenheden worden verzonden met gesloten koelmiddelkleppen om dergelijke vloeistoffen tijdens
het transport te isoleren. De kleppen moeten afgesloten blijven totdat een door Daikin bevoegd
technicus na het inspecteren van de machine en de installatie ervan heeft gecontroleerd, de machine
in gebruikt neemt.
2.6
Vastmaken aan de grond
Na het positioneren moet de machine stevig aan de grond worden vastgemaakt of met een metalen structuur worden
uitgerust om de machine te ondersteunen. Daarom is de onderzijde van de machine uitgerust met gaten van 22 mm in
diameter zodat deze aan de grond kan worden vastgemaakt.
D-EIMWC01405-18_03NL - 18/39
Afb. 9 - Positionering eenheid
Compressoren
A
1-2
3,5 m
3
4,6 m