2.11 Vorstbeveiliging verdamper
1.
Als de machine tijdens de winter niet wordt gebruikt dan moet u de verdamper en gekoelde waterpijpen leegmaken
en afspoelen met glycol. Dit is de reden dat de verdamper is uitgerust met afvoer- en luchtgaten.
2.
Wij raden aan om glycol in de juiste verhouding toe te voegen aan het koelsysteem van de condensator. Het
vriespunt van de water-glycoloplossing moet ten minste 6 °C lager zijn dan de verwachte minimale
omgevingstemperatuur.
3.
Isoleer pijpen, voor die voor gekoeld water, om condensvorming te voorkomen.
Schade veroorzaakt door bevriezing wordt niet door de garantie gedekt, en daarom kan Daikin
Applied Europe SpA niet verantwoordelijk worden gehouden.
2.12 Bescherming van de condensator en overwegingen voor ontwerp
Als meer-, rivier- of grondwater als koelvloeistof wordt gebruikt en de waterkleppen lekken vertonen, dan zouden de
temperaturen van de condensator en de koelvloeistofleidingen, bij uitgeschakelde toestand van de machine, tot onder de
omgevingstemperatuur kunnen dalen. Dit probleem doet zich voor als koud water door de condensator circuleert en de
eenheid uit op een lading blijft wachten. Als dit gebeurd:
1.
schakel de waterpomp van de condensator uit als de compressor uit staat.
2.
Controleer of de expansieklep van de vloeistofleiding goed functioneert.
2.12.1
De condensatie regelen met behulp van de verdampende koeltoren
De minimale waterinlaattemperatuur van de condensator mag niet lager zijn dan 20 °C bij een volledig debiet van de
watertoren.
Als de watertemperatuur lager moet zijn, dan moet de waterstroom proportioneel worden gereduceerd.
Installeer een omloopklep met drie gaten om de waterstroom richting de condensator te regelen. In de afbeelding wordt
geïllustreerd hoe de driewegklep wordt toegepast op de condensator. De driewegklep kan geactiveerd worden door een
drukschakelaar die de correcte condensatiedruk garandeert in geval de waterinlaattemperatuur van de condensator lager
is dan 20 °C. In plaats van een klep met een drukschakelaar, kan ook een servogestuurde driewegklep of een door een
omvormer gestuurde circulatiepomp worden gebruikt. Beide deze apparaten kunnen worden bestuurd door een analoog
0-10 Vdc-signaal van de elektronische controller van de machine, op basis van de waterinlaattemperatuur van de
condensator.
1
Koeltoren
2
Condensator
1
Afb. 10 - Besturingsschema condensator met koeltoren
2
D-EIMWC01405-18_03NL - 23/39