*1 Deze instelling is beschikbaar als de optionele
ADF is geïnstalleerd.
*2 Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer
een geheugenkaart is geplaatst.
*3 Deze instelling is beschikbaar als de optionele
Oplagenscheiding is geïnstalleerd.
8
Papierontvangstlade controleren.
Stel de stand van de geleiders van de papieront-
vangstlade en de papierstop af op het gebruikte
papierformaat.
p.40
9
Druk op
Het scannen van het origineel wordt gestart.
Nadat het scannen is voltooid, wordt er een mas-
ter gemaakt en een testkopie afgedrukt.
LET OP:
• Als u "Auto verwerking" hebt geselecteerd, ver-
loopt het proces anders.
p.72
• U kunt de instellingen van "Auto-inktverdeling"
wijzigen.
p.52
10
Controleer de testkopie.
Nadat een testkopie is afgedrukt, wordt het basis-
scherm voor afdrukken weergegeven.
Controleer de testkopie, bijvoorbeeld op afdruk-
positie en afdrukdichtheid.
Wijzig indien nodig de afdrukpositie en de afdruk-
dichtheid.
• Afdrukpositie ( p.117)
• Afdrukzwarting ( p.116)
Druk na het aanpassen op
pie af te drukken.
.
om een testko-
Belangrijk!:
• Als de machine gedurende langere tijd niet is
gebruikt, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan
door opgedroogde inkt op de trommel.
Druk meerdere keren op
ken van testkopieën.
LET OP:
• U kunt de afdrukpositie (alleen naar boven en
beneden), de densiteit en de snelheid ook tij-
dens het afdrukken bijstellen.
11
Voer met de Toetsen afdrukaantal
het aantal exemplaren in dat u wilt
afdrukken.
Het ingevoerde aantal wordt op de Weergave
Afdrukaantal weergegeven.
LET OP:
• Als u het aantal wilt wijzigen, drukt u op
voert u het juiste aantal in.
12
Druk op
Het ingevoerde aantal exemplaren wordt afge-
drukt.
LET OP:
• Druk op
als u de huidige afdruktaak wilt
onderbreken.
• Als u vanaf een computer afdrukt en de
machine gedurende een bepaalde tijd niet
actief is, wordt aangenomen dat de huidige taak
voltooid is, ook als het afdrukken nog bezig is.
Als iemand anders per ongeluk een andere
taak op de computer start, wordt een nieuwe
master gemaakt en de huidige verwijderd. U
kunt dit voorkomen door een "Periode reserve-
ren" in te stellen. Het wordt aanbevolen de
instelling "Reservering" te activeren wanneer u
folders en dergelijke afdrukt, zodat het afdruk-
ken niet wordt onderbroken.
p.171
• U kunt de huidige instellingen eenvoudig later
opnieuw gebruiken door ze in het geheugen op
te slaan. U kunt opgeslagen instellingen zelfs
ophalen wanneer u op de toets
gedrukt of nadat de machine uitgeschakeld is
geweest.
p.163
Papieren documenten kopiëren
Basishandelingen
voor het afdruk-
.
hebt
en
51