Origineeldata opslaan en gebruikersmethode
Twee kleuren afdrukken met [Stempel]
Kies vooraf Twee kleuren afdrukken.
1
Plaats een origineel en laad papier.
Plaats het origineel op de glasplaat of in de optio-
nele automatische documentinvoer (ADF).
Raadpleeg
sen van het origineel.
2
Raak [Stempel] aan in het scherm
Functies.
Belangrijk!:
• Als gegevens voor de "Stempel" nog niet zijn
geregistreerd, wordt de knop [Stempel] niet
weergegeven op het scherm Functies.
3
Raak de knop aan van de stempelge-
gevens die u wilt gebruiken.
Grijs weergegeven knoppen zijn niet beschikbaar
(er zijn geen stempelgegevens geregistreerd).
4
Raak [OK] aan.
De stempel is ingesteld.
234
2Kleur afdrukken met het origineel en opslaggegevens [Stempel]
p.42 voor informatie over het plaat-
5
Stel de afdrukfuncties in.
U kunt desgewenst de afdrukfuncties wijzigen.
LET OP:
• Wanneer [Voorbeeld] is ingesteld, kunt u con-
troleren of de richting van de karakters op de
opslaggegevens en het papieren origineel met
elkaar overeenkomen.
p.109
6
Druk op
.
Er wordt een master gemaakt van het papieren
origineel en de stempelgegevens en er wordt een
testkopie afgedrukt.
Voer dezelfde procedure vanaf stap 13 ( p.44)
van "2Kleur afdrukken met 2 originelen" uit voor
vervolghandelingen.