10
11
12
13)
Starttoets
Start het maken van een master, afdrukken of het uitvoe-
ren van de ingestelde handelingen.
De toets licht alleen op als deze actief is.
14)
Testkopietoets ( p.120)
Voor het controleren van het afdrukresultaat na het bij-
stellen van bijvoorbeeld de afdrukpositie.
Hiermee drukt u testkopieën af zonder de waarde op de
weergave van het afdrukaantal te wijzigen.
15)
Stoptoets
Voor het stoppen van de lopende bewerking. Tijdens het
maken van de master kunt u de machine niet stoppen
voordat dit proces is voltooid.
16)
Resettoets
Voor het herstellen van de standaardinstellingen.
17)
Activeringstoets
Voor het opheffen van de energiespaarstand van de
machine.
Gebruik deze toets ook om uit te loggen uit de machine.
18)
Toets Automatische verwerking ( p.72)
Voor continu masters maken en afdrukken. De functie is
actief als het indicatorlampje naast de toets brandt.
19)
Toets Afdrukken
Zorgt dat de machine gereed is voor afdrukken.
20)
Toets master aanmaken
Zorgt dat de machine gereed is voor het maken van
masters.
20 21
19 18 17
13
14 15 16
21)
Voortgangspijlen
Voor het aangeven van de voortgang van het maken van
masters en afdrukken.
Gereed voor maken master (automatisch aan): als 1
brandt
Gereed voor maken master: als 1,2 brandt
Gereed om af te drukken: als 3,4 brandt
De lampjes van de indicator gaan vanaf links één voor
één branden en geven daarmee de voortgang van het
maken van de master of de huidige afdruktaak weer.
• Indicator 1 of 3 knippert tijdens het maken van een
master/afdrukken.
• Als het maken van de master of de afdruktaak wordt
gepauzeerd, blijft de voortgangsbalk verlicht op
dezelfde positie. (Klaar om te beginnen)
Overzicht
1)
Indicator voor
master maken
2)
Stopbalk master
maken
3)
Afdrukindicator
4)
Stopbalk afdrukken
Bedieningspaneel
25