Instellingen opslaan en parameternamen hernoemen in de
parameterlijst
1
Raak [Sp. papierbestur.] aan in het
scherm Functies.
2
Pas [Papierinvoerinst.] en
[Pap.uitv.aanpas] aan.
LET OP:
• Raadpleeg
p.123 voor meer informatie over
instellingen.
3
Bevestig de instellingen op het
scherm Spec. papier Ctrl.
Papierinvoer-/uitvoerinstellingen voor speciaal papier en afdrukmethoden [Uitw.geleid.contr.] [Sp. papierbestur.]
4
Raak [Invoer/Bel] aan.
Het scherm Parameterlijst wordt weergegeven.
5
Raak een toets aan die nog niet
wordt gebruikt.
Ongebruikte toetsen worden weergegeven met
een ononderbroken lijn.
Gebruikte toetsen worden grijs weergegeven en
zijn niet beschikbaar.
Afdrukfuncties
125