6. Gebruik een veerverwijderaar en plaats de
spanpoelieveer terug op de maaidekhaak om spanning
op de spanpoelie en de riem te zetten (Figuur 71 en
Figuur 72).
Reiniging
Onderkant van maaimachine
wassen
Onderhoudsinterval: Na elk gebruik—Maaikast reinigen.
Nadat u de maaimachine heeft gebruikt, moet u de onderkant
van de machine telkens wassen om te voorkomen dat er zich
gras verzamelt. Hierdoor wordt gras beter fijn gemaakt en
het maaisel beter verstrooid.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en
schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels naar buiten in de parkeerstand,
schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
3. Bevestig de slangkoppeling aan de wasaansluiting van
de maaimachine en draai de waterkraan helemaal open
(Figuur 73).
Opmerking: Smeer vaseline op de O-ring van de
wasaansluiting om de koppeling gemakkelijker te
bevestigen en de O-ring te beschermen.
1. Wasaansluiting
2. Slang
4. Zet het maaidek in de laagste maaistand.
5. Neem plaats op de bestuurdersstoel en start de motor.
6. Schakel de aftakas in en laat de machine één tot drie
minuten lopen.
7. Zet de aftakasschakelaar UIT, stop de motor, verwijder
het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende
delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurdersstoel verlaat.
8. Draai de kraan dicht en maak de snelkoppeling los van
de wasaansluiting.
49
Figuur 73
3. O-ring
4. Snelkoppeling