markering, omdat de motor daardoor beschadigd kan
raken.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit, zet de motor af, stel de
parkeerrem in werking en haal het sleuteltje uit het
contact.
2. Controleer of de motor is afgezet, horizontaal staat en
is afgekoeld zodat de de olie tijd heeft om weg te lopen
naar de opvangbak.
3. Om te voorkomen dat er vuil, maaisel, enz. in de
motor terechtkomt, moet u de omgeving van de
vuldop/peilstok reinigen voordat u deze verwijdert
(Figuur 39).
4. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
1
3
6
8
Motorolie verversen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren—De
motorolie verversen.
2
5
4
7
10
9
Figuur 39
Om de 100 bedrijfsuren—Motorolie verversen (vaker
in stoffige, vuile omstandigheden).
Opmerking: Geef de afgewerkte olie af bij een
inzamelcentrum.
1. Parkeer de machine zo dat de aftapkant iets lager staat
dan de andere kant zodat alle olie kan weglopen.
2. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat
(Figuur 40).
1
3
5
4. Giet langzaam ongeveer 80% van de gespecificeerde
olie in de vulbuis en voeg langzaam de rest van de olie
toe tot het peil de markering Vol bereikt (Figuur 41).
G008792
34
2
4
6
G014971
Figuur 40