2
3
4
Figuur 60
Maaidekken met 2 messen
1. Maaimessen evenwijdig
2. Vleugel van het mes
2
3
4
Figuur 61
Maaidekken met 3 messen
1. Maaimessen evenwijdig
2. Vleugel van het mes
5. Meet tussen de buitenste snijranden en het platte
oppervlak (Figuur 60 en Figuur 61).
Opmerking: Als beide afstanden groter zijn dan
5 mm, moeten deze worden bijgesteld; ga verder met
de rest van deze procedure.
6. Ondersteun het gewicht van het maaidek door houten
blokken onder de randen van het maaidek te plaatsen.
Opmerking: De blokken niet onder
antiscalpeerrollen plaatsen (indien aanwezig op
het maaidek).
7. Ga naar de linkerkant van de machine.
8. Controleer of de zijstelbout in de gleufstand of de
geborgde stand staat (Figuur 62).
1
G009682
3
2
4
3. Buitenste snijranden
4. Meet vanaf het uiteinde
van het mes tot het platte
oppervlak hier.
G005278
3
1
2
4
3. Buitenste snijranden
4. Meet vanaf het uiteinde
van het mes tot het platte
oppervlak hier.
Opmerking: Als de zijstelbout in de geborgde stand
staat, moet u de bout en de zijborgmoer uit de geborgde
stand halen en in de gleufstand zetten (Figuur 62).
Opmerking: Als de bout al in de gleufstand staat,
moet u de stelbout en de zijborgmoer niet verwijderen.
5
4
1. Ophangbeugel
2. Gleufstand (instelling)
3. Geborgde stand
9. Draai de achterste borgmoer op de ophangbeugel los
(Figuur 63).
3
4
1. Ophangbeugel
2. Achterste borgmoer
10. Draai de borgmoer aan de zijkant op de ophangbeugel
los genoeg om de hanger te kunnen verstellen (Figuur
63).
11. Gebruik de inkepingen op de gelaste beugel om de
aanpassing af te meten.
Opmerking: Elke volledige inkeping komt overeen
met 6,4 mm en een halve inkeping komt overeen met
3,2 mm, zoals geïllustreerd in Figuur 64.
44
G015323
1
3
2
Figuur 62
4. Borgmoer aan de zijkant.
5. Zijstelbout
1
2
G015324
Figuur 63
3. Borgmoer aan de zijkant,
gleufstand.
4. Inkepingen voor instelling