Onderhoud
brandstofsysteem
GEVAAR
In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst
ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie
van benzine kan brandwonden bij u of anderen en
materiële schade veroorzaken.
• Verricht onderhoudswerkzaamheden in verband
met het brandstofsysteem als de motor koud is.
Doe dit buiten op een open terrein. Eventueel
gemorste benzine opnemen.
• Rook nooit als u benzine aftapt en blijf uit de
buurt van open vuur of als de kans bestaat
dat benzinedampen door een vonk kunnen
ontbranden.
Brandstoffilter van de slang
vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsu-
ren—Brandstoffilter van de slang
vervangen.
Na verwijdering mag u nooit een vuil filter opnieuw aan de
brandstofslang monteren.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en
schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels naar buiten in de parkeerstand,
schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
3. Ga naar het brandstoffilter aan de zijkant van de motor
(Figuur 46).
1
5
1. Brandstofleiding vanaf
tank
2. Brandstoffilter
3. Pijl voor stroomrichting
4. Druk de uiteinden van de slangklemmen naar elkaar
toe en schuif ze weg van het filter (Figuur 46).
5. Trek het filter uit de brandstofslangen.
6. Monteer het nieuwe filter zodanig dat de pijl voor de
stroomrichting van de brandstoftank af naar de motor
wijst.
7. Schuif de slangklemmen terug tot dicht bij het filter
(Figuur 46) om het vast te zetten.
37
2
3
4
g017471
Figuur 46
4. Brandstofleiding naar
motor
5. Slangklem