1
3
5
Figuur 41
Motoroliefilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren—Oliefilter
vervangen. (vaker in stoffige, vuile
omstandigheden).
Opmerking: Vervang het oliefilter van de motor vaker
als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige
omstandigheden.
1. Laat de olie uit de motor lopen; raadpleeg Motorolie
verversen (bladz. 34).
2. Vervang het motoroliefilter (Figuur 42).
2
4
6
G008796
1
3
5
Opmerking: Controleer of de pakking van het
oliefilter contact maakt met de motor en draai nog 3/4
slag extra vast.
3. Vul het carter met het juiste type nieuwe olie; zie
Motorolie verversen (bladz. 34).
Onderhoud van de bougie
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer
de bougie(s).
Controleer of de elektrodenafstand correct is voordat u
de bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor het
(de)monteren van de bougie(s) en een voelermaat voor het
meten en afstellen van de elektrodenafstand. Monteer indien
nodig nieuwe bougies.
Type: NGK BPR4ES of een equivalent type)
Elektrodenafstand: 0,76 mm
Bougie verwijderen
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
35
2
4
6
3/4
Figuur 42
G008748