1. Bedieningspaneel
De maaimessen uitschakelen
Zet de aftakasschakelaar omlaag op UIT en schakel de messen
uit (Figuur 17).
1. Bedieningspaneel
Figuur 16
2. Aftakasschakelaar –
AAN-stand
Figuur 17
2. Aftakasschakelaar –
UIT-stand
Veiligheidssysteem testen
Controleer de werking van het veiligheidssysteem (interlock)
telkens voordat u de machine in gebruik neemt. Als
het veiligheidssysteem niet werkt zoals hieronder wordt
beschreven, moet u het direct laten repareren door een
erkende servicedealer.
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel, met de rijhendels
in de parkeerstand en schakel de aftakas in.
2. Probeer de motor te starten; de motor mag nu niet
gaan draaien.
3. Blijf zitten op de bestuurdersstoel en schakel de aftakas
uit.
4. Zet één van de rijhendels in de middelste,
onvergrendelde stand.
5. Probeer de motor te starten; de motor mag nu niet
gaan draaien.
6. Beweeg nu de andere rijhendel.
7. Blijf zitten op de bestuurdersstoel, schakel de aftakas
uit en zet de rijhendels in de parkeerstand.
8. Start de motor.
9. Als de motor loopt, schakelt u de aftakas in en komt u
iets overeind uit de bestuurdersstoel.
Opmerking: De motor moet afslaan.
10. Blijf zitten op de bestuurdersstoel, schakel de aftakas
uit en zet de rijhendels in de parkeerstand.
11. Start de motor.
12. Als de motor loopt, moet u de rijhendels in de
middelste, onvergrendelde stand zetten en de
aftakas inschakelen. Kom dan iets overeind uit de
bestuurdersstoel.
Opmerking: De motor moet afslaan.
Motor afzetten
1. Schakel de maaimessen uit door de aftakasschakelaar
op UIT te zetten (Figuur 17).
2. Zet de gashendel in de langzame stand.
3. Verlaag de motorsnelheid tot stationair.
Opmerking: Laat de motor ongeveer een minuut
stationair draaien.
4. Draai het contactsleuteltje op UIT (Figuur 15) en
verwijder het sleuteltje.
22