EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1.
B egin met trappen of druk op een toets op
het
b edieningspaneel om het bedieningspaneel
aan te zetten.
Z ie HET APPARAAT AAN TE ZETTTEN op
pagina 19.
2. Kies een oefening.
D ruk herhaaldelijk op de toets 10 Calorie (10 calo-
rie), 10 Intensity (10 intesiteit) of 10 Performance
(10 prestatie) tot de gewenste oefening op het
scherm verschijnt.
D e display zal, wanneer u een oefening kiest,
de tijdsduur van de oefening en de naam van de
oefening aangeven. Een profiel van de snelheidsin-
stellingen van de oefening verschijnt in de matrix.
D e display toont ook de maximale pedaalsnelheid
(tpm), het maximale weerstandsniveau en het
maximale platformniveau.
3.
B egin te fietsen om de oefening te starten.
E lke oefening is verdeeld in 1-minuut segmenten.
Voor elk segment is één weerstandsniveau, één
hellingsgraad en één doelgerichte tpm (snelheid)
geprogrammeerd. Aandacht: voor opeenvolgende
segmenten kan eenzelfde weerstandsniveau,
hellingsgraad en/of doel-tpm geprogrammeerd
worden.
H et weerstandsniveau, de hellingsgraad en de
doel-tpm voor het eerste segment verschijnen in de
matrix.
T ijdens de
oefening
wordt uw
profiel op
de snel-
heid en
de helling
keuze
aange-
geven zodat u uw vordering kunt volgen. De
knipperende balk van het profiel stelt het huidige
oefeningsegment voor. De hoogte van het knip-
perende segment geeft de doelsnelheid of de
hellingsgraad van het huidige segment aan.
A an het einde van elke segment van de oefen-
ing, zult u een aantal tonen horen en het volgende
Profiel
22
segment zal beginnen te flikkeren. Als er een
andere weerstand-, hellingsgraad en/of doel-
snelheid zijn geprogrammeerd voor het volgende
segment, dan zullen het weerstandsniveau, de hel-
lingsgraad en de doel-tpm een paar seconden lang
in de display verschijnen om u te waarschuwen. De
weerstand van de pedalen en de hellingsgraad van
het platform zullen dan wijzigen.
T erwijl u oefent, wordt u aangegeven uw trapsnel-
heid zo dicht mogelijk bij de doel-tpm voor het
huidige segment te houden. Als er een opwaarts
pijltje op de display verschijnt, moet u uw ritme
verhogen. Als een neerwaartse pijl verschijnt,
moet u uw snelheid verlagen. Als er geen pijl
verschijnt, behoudt u de huidige snelheid.
B ELANGRIJK: de doel-tpm is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. Uw feitelijke tempo
kan langzamer zijn dat de doel-tpm. Zorg ervoor
dat u op een tempo fietst dat aangenaam voor u
is.
A ls het weerstandsniveau of de hellingsgraad voor
het huidige segment te hoog of te laag is, kunt
u de instellingen handmatig wijzigen door op de
toetsen Resistance (Weerstand) of Power Ramp
(Stapsgewijze hellinggraad) te drukken.
BELANGRIJK: wanneer het huidige segment
van de training eindigt, worden de pedalen
automatisch aangepast aan het geprogram-
meerde weerstandsniveau en de hellingsgraad
van het volgende segment.
D e oefening gaat zo verder tot het laatste
onderdeel is uitgevoerd. Om de oefening te stop-
pen, moet u gewoon stoppen met lopen. De tijd zal
op de display knipperen. Om verder te gaan met de
oefening, dient u eenvoudigweg verder te gaan met
trappen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 20.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Z ie stap 5 op pagina 21.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Z ie stap 6 op pagina 21.
7.
Wanneer u klaar bent met oefenen, trek dan de
stekker uit het stopcontact.
Z ie stap 7 op pagina 21.