Hydraulische slangen en leidingen controleren
WAARSCHUWING
Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel
veroorzaken.
• Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en alle
hydraulische aansluitingen en fittings stevig vastzitten voordat u druk zet op het
hydraulische systeem.
• Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine lekgaten of spuitmonden waaruit
onder hoge druk hydraulische vloeistof ontsnapt.
• Gebruik een stuk papier of karton om lekken in het hydraulische systeem op te sporen.
• Maak het hydraulische systeem geheel drukloos voordat u er aan werkt.
• Waarschuw onmiddellijk een arts als er hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in
uw huid.
Belangrijk: Controleer dagelijks de hydraulische leidingen en slangen op lekkages, kinken,
loszittende steunen, slijtage, loszittende aansluitingen, slijtage door weersinvloeden en de
inwerking van chemicaliën. Repareer de beschadigde hydraulische onderdelen voor gebruik
van de machine.
Ontluchten van de hydraulische pompen
De hydraulische pompen moeten goed worden ontlucht na het spoelen van het hydraulische systeem,
vullen van het systeem, of monteren van hydraulische onderdelen. Hierbij wordt verzekerd dat de
tandwielpomp en zuigerpomp voor de tractie voldoende zijn gevuld met hydraulische vloeistof bij de
eerste opstart en het lopen. De pompen kunnen worden ontlucht met een afstands-startschakelaar (zie
Speciaal gereedschap (bladz.
pompen met vloeistof worden gevuld.
Ga als volgt te werk om de hydraulische pompen te ontluchten:
1. Verzeker dat contactschakelaar op U
2. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof in de hydraulische tank en voeg vloeistof toe indien
nodig, zie de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid.
Opmerking: Er loopt een blauwe kabel naar
de B+ aansluiting van het startrelais
54). Voor het ontluchten van de hydraulische
pomp is het niet nodig deze blauwe kabel
los te koppelen van het startrelais.
3. Sluit de afstands-startschakelaar
aan tussen de B+ aansluiting van het
startrelais en de pluspool van de accu.
4. Druk op de afstands-startschakelaar
en laat de startmotor 30 seconden
draaien om de hydraulische pompen
te ontluchten. Wacht dan 30 seconden
om de startmotor en het startmotor-relais
te laten afkoelen. Voer deze procedure
een tweede keer uit.
5. Koppel de afstands-startschakelaar los
van het startrelais en de pluspool van
de accu.
Groundsmaster 7210
4–21)) om de motor met de startmotor rond te draaien waardoor de
staat en de sleutel uit contactschakelaar genomen is.
IT
(Figuur
g035022
1. Startmotor
2. Startrelais
Bladz. 4–53
Figuur 54
3. B+ aansluiting
Hydraulische systeem