Test de insteldruk van de tractie-overdrukklep als u een probleem met het tractiecircuit hebt vastgesteld.
Deze test laat zien of de transmissie-overdrukklep goed werkt.
Testprocedure
1. Verzeker dat hydraulische vloeistof de normale werktemperatuur heeft.
2. Verzeker dat tractie-aandrijving goed is afgesteld op de N
WAARSCHUWING
Maak het hydraulische systeem drukloos voordat u er aan werkt of het afkoppelt, zie
Het hydraulische systeem drukloos maken (bladz.
3. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat het maaidek of werktuig zakken, zet de motor af en
stel de parkeerrem NIET in werking.
4. Lees alle waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen genoemd aan het begin van dit hoofdstuk.
5. Maak de transmissie schoon rond de slangen van het tractiecircuit aan de bovenkant van de
transmissie
(Figuur
6. Maak de hydraulische slang van de uitstroom van de transmissiepomp los om de pomp te testen
(Figuur
43):
Te testen overdrukklep
Rechterkant, vooruit
Rechterkant, achteruit
Linkerkant, vooruit
Linkerkant, achteruit
7. Sluit een hydraulische tester (druk en debiet) aan in serie tussen de uitstroomfitting van de pomp
en de losgekoppelde slang. Verzeker dat de stromingspijl van de tester wijst van de uitstroom en
in de richting waarin de overdrukklep moet worden getest. Verzeker dat de debiet-regelklep van
de tester geheel open staat.
8. Start de motor en laat deze langzaam stationair lopen (1.400 tpm). Kijk of er hydraulische vloeistof
uit de testaansluitingen lekt en corrigeer dit indien nodig voordat u doorgaat met de test.
Belangrijk: Bij het uitvoeren van deze test met de Toro hydraulische tester (druk en debiet)
(TOR214678) mag de motor niet op volle snelheid lopen. Het debiet van de tractiepomp bij volle
snelheid kan de tester beschadigen.
9. Gebruik een optische toerenteller om het motortoerental te meten, stel de gashendel zodat het
toerental 2.800 tpm bedraagt (geen volle snelheid).
10. Sluit de debiet-regelklep van de tester geheel.
11. Laat de tractiehendel van de transmissiepomp die niet wordt getest in de N
12. Let goed op de manometer van de tester, laat iemand de tractiehendel voor de te testen pomp
(rechts of links) langzaam in de te testen richting (vooruit of achteruit) duwen, totdat de gemeten
druk stabiel blijft, wat aangeeft dat de overdrukklep geopend is.
Opmerking: De manometer moet bij het openen van de overdrukklep ongeveer 27.600 kPa aangeven.
13. Zet de tractiehendel in de N
motor uit. Schrijf het testresultaat op.
Opmerking: De overdrukkleppen vooruit van de twee transmissiepomp circuits zijn identiek en u
kunt ze dus verwisselen. De twee overdrukkleppen achteruit zijn ook identiek. De overdrukkleppen
vooruit verschillen echter van de overdrukkleppen achteruit, de kleppen vooruit en achteruit mogen
dus niet verwisseld worden.
14. Als de insteldruk van een tractie-overdrukklep niet wordt bereikt, verwijder de klep[ dan van de
transmissie en controleer deze; zie
de overdrukklep.
Hydraulische systeem
43). Bepaal welke tractie-overdrukklep wordt getest.
, open de debiet-regelklep van de tester, en schakel de
EUTRAALSTAND
Onderhoud van de transmissie (bladz.
EUTRAALSTAND
4–9).
Bladz. 4–36
.
Pomp uitstroom
Poort A
Poort B
Poort C
Poort D
EUTRAALSTAND
4–68). Reinig of vervang
Groundsmaster 7210
staan.