Contactschakelaar
De contactschakelaar (onderdeel 1 in
148) heeft 3 standen: U
en S
)
(Figuur
149). De aansluitingen
TART
van de contactschakelaar zijn getoond in
Figuur
150.
De Standard Control Module
(SCM) controleert de stand van de
contactschakelaar. Als de contactschakelaar
op A
staat moet de voeding-LED van de
AN
SCM oplichten.
Controle van de
contactschakelaar
1. Controleer de contactschakelaar en de
bedrading ervan als ingang van de SCM
voordat u de schakelaar losmaakt voor
controle, zie
Standard Control Module
(bladz.
5–2).
2. Als de SCM aangeeft dat de
contactschakelaar en bedrading goed
werken hoeft de schakelaar verder niet
te worden gecontroleerd.
3. Als de SCM aangeeft dat de
contactschakelaar en bedrading niet
goed werken moet de schakelaar als
volgt worden gecontroleerd:
A. Zorg ervoor dat de contactschakelaar
op U
staat. Koppel de kabelboom
IT
los van de contactschakelaar.
B. De doorgangsverbindingen van
de contactschakelaar staan in
Doorgangstabel (bladz.
de schakelaar in de verschillende
standen met een multimeter (in de
ohm-stand) om te controleren of er
doorgang is tussen de aansluitingen,
bij elke stand. Controleer de
doorgang tussen de aansluitingen
van de schakelaar.
C. Vervang de contactschakelaar indien
nodig.
D. Als de contactschakelaar goed is
maar er nog steeds een probleem
is, controleer dan de kabelboom,
zie de elektrische schema's en
kabelboomschema's in Appendix A
—uitvouwbare tekeningen.
E. Sluit de kabelboom aan op de contactschakelaar.
Elektrisch systeem
Figuur
, A
/V
IT
AN
OORGLOEIEN
5–25). Test
g035045
1. Contactschakelaar
g033641
g033642
Bladz. 5–24
Figuur 148
Figuur 149
Figuur 150
Groundsmaster 7210