11. Bij de rechter brandstoftank:
verwijder de 5 flenskopschroeven
(onderdeel 1 in
Figuur
het bedieningspaneel op de rechter
brandstoftank is gemonteerd. Beweeg
het bedieningspaneel voorzichtig weg
van de brandstoftank.
12. Verwijder de 2 schroeven, 2 klemmen
en 2 flensmoeren (onderdelen 32,
25 en 26 in
Figuur
brandstoftank is gemonteerd op het
frame van de machine.
13. Verwijder de schroeven (onderdelen
18 en 30 in
Figuur
onderlegringen, rubber onderlegringen,
en flensmoeren waarmee de
brandstoftanks op het frame van de
machine zijn gemonteerd.
14. Neem de brandstoftanks van de
machine.
15. Bewaar de afstandsstukken (onderdelen
29 en 15 in
Figuur
brandstoftank.
Opmerking: Voor informatie over het testen
van de brandstofpomp zie
brandstofpomp (bladz.
Opmerking: Zie de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid voor informatie over het onderhoud
van de brandstof/water-scheider en het brandstoffilter.
Brandstoftank monteren
1. Als de zeeffitting verwijderd was van de brandstoftank, handel dan als volgt:
A. Maak de schroefdraad van de brandstoftank en zeeffitting schoon.
B. Breng brandstofbestendige schroefdraadafdichting aan op de schroefdraad van de zeeffitting.
C. Monteer de zeeffitting op de brandstoftank en draai deze vast.
2. Als de knie- en rechte koppelingen (onderdelen 43 en 44 in
brandstof/water-scheider verwijderd zijn, breng dan schroefdraadafdichting aan op de fittings voor
de montage.
3. Monteer de brandstoftanks op het frame van de machine met de schroeven (onderdelen 18 en 30 in
Figuur
15), ringen, onderlegringen, rubber onderlegringen, afstandsstuk, en de flensmoeren.
4. Lijn de brandstoftank uit met de machine en bevestig de tank op het frame met een schroef, klem, en
flensmoer (onderdelen 32, 25 en 26 in
5. Als de rechter brandstoftank was verwijderd: plaats het bedieningspaneel voorzichtig op de
brandstoftank en zet het bedieningspaneel vast met de 5 flenskopschroeven (onderdeel 1 in
Figuur
16).
6. Monteer afdekplaat op het bedieningspaneel en zet de plaat vast met de 2 vergrendelingen
(onderdeel 5 in
Figuur
7. Monteer de brandstof-, retour- en ontluchtingsslangen op de betreffende aansluitingen en zet ze
vast met slangklemmen.
8. Sluit de min-kabel aan op de negatieve pool van de accu.
9. Vul de tank met brandstof en vul het brandstofsysteem (ontluchten), zie
(bladz.
3–15).
10. Controleer alle brandstofslangen en fittings op lekken.
Dieselmotor
16) waarmee
15) waarmee elke
15), ringen,
15) van de
Controle van de
5–42).
Figuur
16).
g036995
1. Flenskopschroef (5 stuks)
2. Bedieningspaneel
3. Borgmoer (2 stuks)
Figuur
15).
Bladz. 3–16
Figuur 16
4. Plaat van het
bedieningspaneel
5. Vergrendeling (2 stuks)
15) van de
Brandstofsysteem vullen
Groundsmaster 7210
G036995