Controlelijst vóór het starten
•
De gebruiker is op de hoogte van veilige navigatie‑, vaar‑ en bedieningsprocedures.
•
Er is voor elke persoon aan boord een passend reddingsvest aan boord en gemakkelijk toegankelijk
(wettelijk verplicht).
•
Er is een reddingsboei of een drijvend kussen aan boord om toe te kunnen werpen aan iemand die
overboord slaat.
•
Wees op de hoogte van het maximale laadvermogen van de boot. Kijk op het capaciteitsplaatje op de boot.
•
Brandstoftoevoer in orde.
•
Olietoevoer (olie‑injectie) in orde.
•
Schik de passagiers en de lading zo in de boot dat het gewicht gelijkmatig verdeeld is en dat iedereen op
een goede stoel zit.
•
Vertel aan iemand waar u heengaat en wanneer u verwacht terug te zijn.
•
Het is verboden om een boot te besturen onder invloed van alcohol of drugs.
•
Zorg dat u het water en het gebied waar u gaat varen kent: getijden, stromingen, zandbanken, rotsen en
andere gevaren.
•
Voer de inspecties uit die staan opgenoemd in Onderhoud ‑ Inspectie‑ en onderhoudsschema.
Varen bij temperaturen onder het vriespunt
Wanneer u de buitenboordmotor gebruikt of hem hebt afgemeerd bij temperaturen onder of nabij het vriespunt,
moet de buitenboordmotor te allen tijde omlaag staan zodat het onderwaterhuis onder water is. Hierdoor kan in
het onderwaterhuis achtergebleven water niet bevriezen en mogelijkerwijs schade aan de waterpomp en andere
onderdelen veroorzaken.
Als er een kans bestaat dat zich ijs op het water vormt, moet de buitenboordmotor verwijderd worden en moet u
al het water eruit laten lopen. Als zich ijs vormt op het water in het aandrijfhuis van de buitenboordmotor, blokkeert
het de stroom water naar de motor waardoor schade veroorzaakt kan worden.
Varen in zout of vervuild water
Wij raden aan om de inwendige koelwaterkanalen van uw buitenboordmotor elke keer met zoet water door te
spoelen als u in zout of vervuild water hebt gevaren. Hierdoor voorkomt u dat opgehoopte aanslag de
koelwaterkanalen verstopt. Raadpleeg Onderhoud ‑ Koelsysteem doorspoelen.
Als u uw boot in het water afgemeerd houdt, moet u de buitenboordmotor altijd zo opklappen dat het onderwaterhuis
geheel uit het water komt (behalve bij temperaturen onder het vriespunt), wanneer hij niet gebruikt wordt.
Steeds na het gebruik moet de buitenkant van de buitenboordmotor afgespoeld en de uitlaat van de schroef en
het onderwaterhuis met zoet water doorgespoeld worden. Spuit elke maand Mercury Precision of Quicksilver
Corrosion Guard (corrosiebescherming) op uitwendige metalen oppervlakken. Spuit niet op anti‑corrosie anodes
omdat daardoor de anodes minder goed zullen werken.
Gebruik op grote hoogte
Uw motor compenseert automatisch voor veranderingen op grote hoogte. Een andere spoedschroef kan helpen
bij het beperken van het normale prestatieverlies dat door het lagere zuurstofgehalte van de lucht wordt
veroorzaakt. Neem contact op met uw dealer.
Instellen van de trimhoek bij stationair lopende motor
De uitlaatontlastingsopening op de buitenboordmotor kan onder water raken als de buitenboordmotor maximaal
wordt getrimd terwijl hij stationair loopt. Dit veroorzaakt uitlaatverstopping, onregelmatig stationair toerental,
overmatige rookproductie en vervuiling van de bougies. Als dit het geval is, trimt u de buitenboordmotor omhoog
tot de uitlaatontlastingsopening weer boven water is. De buitenboordmotor moet omlaag gebracht worden voor
snelheidsvermeerdering na een staande start of vanuit stationaire snelheid.
BEDIENING
32