4. Bak de onderdelen op 77 °C om de aceton te verwijderen. In plaats hiervan kunt u warme lucht over de
onderdelen blazen.
5. Inspecteer of alle afdichtingsvlakken vrij zijn van krassen. Werk bekraste afdichtingsvlakken opnieuw af.
5.6.4
De interne onderdelen reinigen
Zie
Figuur 1
en gebruik de volgende procedure:
1. Reinig de interne onderdelen van de straaltrappen (5, 6, 35, 42-45, 47) in een ontvettingsbad. In plaats hiervan
kunt u de onderdelen afvegen met een geschikte schoonmaakoplossing op basis van paraffine:
Let vooral op de gebieden waar stralen worden gevormd (de items 43, 44 en 47 en de bovenzijde van de
items 5, 6 en 42).
Verwijder eventuele vaste afzettingen op de elementen met een schuurspons.
2. Reinig het hulpkeerschot (18) aan de hand van de methode die hierboven in stap 1 wordt beschreven.
5.6.5
De boiler en de vloeistofretourleidingen reinigen
Zie
Figuur 1
en gebruik de volgende procedure:
1. Draai de vier schroeven los waarmee het deksel van de reinigingspoort (11) aan de boilerkappen is bevestigd, en
verwijder het deksel.
2. Draai de M10-moeren los waarmee de kap van de reinigingspoort (10) aan de boiler is bevestigd, en verwijder
vervolgens de kap.
3. Verwijder de pakking van de reinigingspoort en verwijder deze; zie
4. Plaats een geschikte container onder de aansluiting van de vloeistofaftapaansluiting (29) om de
schoonmaakoplossing op te vangen.
5. Ondersteun de boiler (33) en kantel die lichtjes in de richting van de vloeistofaftapaansluiting. (Zie
voor de massa van de boiler.)
6. Giet een geschikte schoonmaakoplossing op basis van paraffine in de boiler (33) (of sproei de oplossing onder
druk in de boiler). Doe dat rechtstreeks via de reinigingspoort, het T-stuk (38) en de vloeistofretourleiding van
de straalinrichting (34).
7. Controleer of de schoonmaakoplossing zonder obstructie in de boiler loopt.
8. Verwijder eventuele afzettingen met een geschikte flexibele stang uit de vloeistofretourleiding van de
straalinrichting (34).
9. Reinig de retourleiding voor tussensproeikoelervloeistof (20) aan de hand van de methode in de bovenstaande
stappen 4 t/m 6.
10. Inspecteer de zijkegel (14): verwijder eventuele afzettingen en spoel de kegel zo nodig uit met een
schoonmaakoplossing.
11. Inspecteer de binnenkant van de boiler (33). Indien er nog steeds harde afzettingen zijn op het boilerlichaam
mag u die niet mechanisch verwijderen, maar reinigt u de boiler met een ultrasoon reinigingsbad.
5.6.6
De pomp weer in elkaar zetten
Opmerking:
U moet de beschermring correct positioneren wanneer u de pomp weer in elkaar zet. Zo niet, dan zal
de pomp slechter presteren. Voor de onderstaande methode is voldoende speelruimte (en een geschikte
kraan of takel) nodig om de bovenkegel over de straalinrichting te heffen. Indien dat niet mogelijk is,
kunt u stap 10 vóór stap 9 uitvoeren, al zal het moeilijker zijn om de straalinrichting goed uit te lijnen.
Zie
Figuur 1
en gebruik onderstaande procedure om de pomp weer in elkaar te zetten.
© Edwards Limited 2020. Alle rechten voorbehouden.
Edwards en het Edwards-logo zijn handelsmerken van Edwards Limited.
Hoofdstuk
6.2.
B06510886 Issue D
Hoofdstuk 2.3
Pagina 41