B06510886 Issue D
Hoge koelwatertemperaturen zouden geen beduidend effect op de pompprestaties moeten hebben, behalve dat ze
leiden tot een hogere vloeistofdampdruk, waardoor het bereikbare eindvacuüm wordt beperkt.
Wij bevelen aan om de koelwatertoevoer te filteren en een flowindicatie op te nemen in het toevoersysteem.
Zie
Figuur
1. Gebruik een
koelwaterinlaat (4) en -uitlaat (15) op de pomp aan te sluiten. Anders kunt u zo nodig de geleverde
adapters gebruiken.
Zo nodig kunt u een van de koelkoppelingen
twee afzonderlijke koelcircuits. Door op deze manier te koelen verkrijgt u de best mogelijke prestaties wat betreft
einddruk en terugstromen, en beperkt u het vloeistofverlies via de tussensproeikoeler. In deze configuratie geldt het
volgende:
De koelwaterinlaat van elk koelcircuit moet zich boven aan de inlaatkegel en de hulptussensproeikoeler
bevinden.
De retourleiding voor het koelwater van elk koelcircuit moet zich bij de aansluiting van de koelkoppeling
bevinden.
Houd de koelwaterinlaattemperatuur zo laag mogelijk, bij voorkeur beneden 25 °C. Zorg ervoor dat het koelwaterdebiet
voldoende is voordat u de pompverwarmingselementen inschakelt; zie
3.6
Pompvloeistofaftapaansluiting (optioneel)
Opmerking:
U kunt geen vloeistofaftapleiding aansluiten op de pomp indien de pomp is uitgerust met een Pt100-
temperatuursonde.
Zo nodig sluit u een geschikte leiding aan op de pompvloeistofaftapaansluiting
3.7
De stroomvoeding aansluiten
3.7.1
Elektrische veiligheid
De elektrische installatie van de pomp moet worden uitgevoerd door een bevoegd elektricien.
Zorg ervoor dat de elektrische installatie van de pomp in overeenstemming is met de lokale en
nationale veiligheidsvereisten. De pomp moet aangesloten zijn op een stroomvoeding met
geschikte specificaties en beveiliging, en een geschikt aardingspunt.
Leg de elektrische verbindingen aan zoals beschreven in dit hoofdstuk en in
niet, dan werkt de pomp mogelijk niet op een veilige manier en voldoet hij mogelijk niet aan de
eisen van BS EN60204-1.
Gebruik een geschikte isolator met een overstroomschakelaar om de stroomvoeding aan te sluiten op de pomp.
Gebruik een kabel met geschikte specificaties voor de totale verwarmingsbelasting (zie
U moet zorgen voor adequate trekontlasting en bescherming van uw kabels. Wij bevelen u aan doorvoerbuizen te
gebruiken om de stroomvoeding aan te sluiten.
Pagina 20
1
/
inch BSPT-aansluiting om uw koelwatertoevoer en uw retourleidingen op de
2
(Figuur
1, items 36 en 40) verwijderen om de koelspoelen te verdelen in
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Edwards en het Edwards-logo zijn handelsmerken van Edwards Limited.
Hoofdstuk
4.3.
(Figuur
1, item 29).
© Edwards Limited 2020. Alle rechten voorbehouden.
1
/
inch NPT-
2
Hoofdstuk
3.7.2. Zo
Hoofdstuk
2.6).