Inhoudsopgave
Advertenties
B06510886 Issue D
7. Indien de pomp aan het vacuümsysteem is gemonteerd:
Gebruik een palletwagen of heftruck met een breed spoor om de pallet onder de pomp (waarop de pomp
werd geleverd) te heffen, zodat de bevestigingsgaten van de pomp
bevestigingsgaten op de pallet.
Breng de moeren, bouten en borgringen (die u bij de installatie van de pomp hebt bewaard) via de
bevestigingsgaten aan om de pomp vast te zetten op de pallet.
Koppel de pompinlaat (1) en -uitlaat (16) los van het vacuümsysteem.
Breng de pomp langzaam en voorzichtig omlaag en verplaats de pomp zo nodig naar de plek waar het
onderhoud zal worden uitgevoerd.
Ga door bij stap 9.
8. Indien de pomp vrij staat:
Koppel de pompinlaat (1) en -uitlaat (16) los van het vacuümsysteem en beweeg de inlaat- en de uitlaatleiding
vervolgens van de pomp af.
Alternatief: Zo nodig kunt u de stroomkabels loskoppelen van de pomp, waarna u de pomp met een geschikte
hefinrichting van de leidingen af beweegt. Gebruik daarbij de methode zoals beschreven in
9. Koppel de koelkoppelingen (36, 40) los die de koelspoelen van de bovenkegel en de zijkegel verbinden met de
koelspoelen op het T-stuk.
10. Verwijder de vier M8-bevestigingsbouten waarmee de beschermring (2) is vastgezet, en verwijder de beschermring.
11. Verwijder de bovenste straalkop (47) en verwijder vervolgens de bovenste dampbuis en de dampbuis van de
tweede trap (5 en 6).
12. Schroef de trekstang (35) los en verwijder hem van de bevestigingsplaat in de boiler.
13. Bevestig geschikte hijsbanden aan de pomp, onder de inlaatflens, en bevestig vervolgens een geschikte hefinrichting
(zoals een kraan of takel) aan de hijsbanden, ter ondersteuning van de bovenkegel (45). (Zie
massa van de bovenkegel.)
14. Verwijder de zes M8-schroeven waarmee de bovenkegel (45) aan het pomplichaam is vastgezet en verwijder
vervolgens de bovenkegel met de hefinrichting. Plaats de bovenkegel voorzichtig op een schoon werkoppervlak.
15. Verwijder de zes M5-inbusbouten waarmee de onderste dampbuis (42) is vastgezet aan de boiler en verwijder
vervolgens de dampbuis en de straalpakking (39).
16. Verwijder de M6-borgschroef en hef het keerschot (18) uit de hulptussensproeikoeler.
17. Verwijder de 1 inch BSP-wartelmoer op de retourleiding voor tussensproeikoelervloeistof (20).
18. Bevestig twee hijsbanden aan de zijkegel (14) en bevestig de hijsbanden vervolgens aan een geschikte
hefinrichting ter ondersteuning van de kegel. (Zie
19. Verwijder de zes M8-moeren waarmee de zijkegel aan de boiler (33) is bevestigd.
20. Verwijder de zijkegel (14) en plaats deze voorzichtig op een schoon werkoppervlak.
21. Verwijder het uitlaatmondstuk (8).
22. Verwijder de zes M8-schroeven waarmee het T-stuk (38) aan de boiler (33) is bevestigd en verwijder vervolgens
het T-stuk.
5.6.3
De hoofdonderdelen van de pomp reinigen
Reinig de bovenkegel (45), het T-stuk (38) en de beschermring (2) volgens de volgende procedure:
1. Zie
Figuur
1. Inspecteer de binnenkant van de onderdelen. Indien er vaste pompvloeistofafzettingen zijn,
verwijdert u die met een ultrasoon reinigingsbad.
2. Reinig de onderdelen met een schoonmaakoplossing die geschikt is voor de gebruikte pompvloeistof.
3. Was de onderdelen met aceton en verwijder alle sporen van de schoonmaakoplossing.
Pagina 40
Hoofdstuk 2.3
voor de massa van de zijkegel.)
© Edwards Limited 2020. Alle rechten voorbehouden.
Edwards en het Edwards-logo zijn handelsmerken van Edwards Limited.
(Figuur
3, items 13) aansluiten op de
Hoofdstuk
Hoofdstuk 2.3
3.3.3.
voor de
Advertenties
Inhoudsopgave
