10
WAT TE DOEN ALS...
In tabel 20 worden nuttige tips beschreven voor gevallen van storing die tijdens de installatie of bij defecten kunnen optreden.
Probleem
De radiozender stuurt het hek niet aan en de
led op de zender gaat niet branden
De radiozender stuurt het hek niet aan en de
led op de zender gaat branden
Er wordt geen enkel manoeuvre aangestuurd
en de led OK knippert niet.
Er wordt geen enkel manoeuvre aangestuurd
en het knipperlicht is uit
Het manoeuvre wordt niet uitgevoerd en het
gebruikerslicht knippert enkele keren
Het manoeuvre wordt in gang gezet, maar me-
teen daarna vindt de korte omkering plaats
11
11
AFDANKING VAN HET PRODUCT
Dit product maakt integraal deel uit van de automatisering en moet daarom samen met de automatisering worden afgedankt.
Zoals ook voor de installatiehandelingen geldt, moeten de handelingen voor afdanking aan het einde van de levensduur van dit product door
gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
Dit product bestaat uit verschillende soorten materialen: sommige kunnen gerecycled worden, andere moeten als afval verwerkt worden. Win
informatie in over de methoden voor recycling of afvalverwerking die voorzien zijn in de voorschriften die in uw regio voor deze productcategorie
gelden.
LET OP! - Bepaalde onderdelen van het product kunnen verontreinigende of gevaarlijke stoffen bevatten die bij verspreiding in
de omgeving schadelijke gevolgen voor het milieu of de volksgezondheid kunnen hebben.
Zoals door het symbool hiernaast wordt aangegeven, is het verboden dit product bij het huishoudelijk afval weg te gooien. Pas
gescheiden afvalinzameling voor afdanking toe volgens de plaatselijk geldende voorschriften, of lever het product weer in bij de
verkoper op het moment dat u een nieuw vergelijkbaar product aanschaft.
LET OP! - De plaatselijk geldende regelgeving kan zware sancties opleggen in geval van illegale dumping van dit
product.
12
ONDERHOUD
Om het veiligheidsniveau constant te houden en de maximale levensduur van de gehele automatisering te garanderen, moet er regelmatig on-
derhoud worden uitgevoerd: na maximaal 6 maanden of na maximaal 10.000 bewegingen vanaf de vorige onderhoudsbeurt.
LET OP! – Het onderhoud moet worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de waarschuwingen m.b.t. de veiligheid in
deze handleiding en volgens de geldende wettelijke voorschriften en regelgevingen.
01.
Schakel de netvoeding naar de reductiemotor uit en controleer de mate van slijtage bij alle onderdelen van de automatisering:
let op afslijting en oxidatie van de structurele onderdelen. Vervang de onderdelen die onvoldoende garantie bieden
02.
Controleer de mate van slijtage bij de bewegende delen: tandwiel, tandheugel en alle delen van de vleugel; vervang versleten onder-
delen
03.
Schakel de netvoeding naar de reductiemotor in en voer alle tests en controles uit die beschreven worden in paragraaf 6.1 -
Eindtest
22 – Nederlands
Tabel 20 - Opsporen van storingen
Oplossing
Controleer of de batterijen van de zender leeg zijn; vervang ze zo nodig.
- Controleer of de zender correct in het geheugen van de radio-ontvanger is opgeslagen.
- Controleer of het radiosignaal van de zender correct wordt verzonden via deze empirische
test: druk op een toets en plaats de led op de antenne van een gewone radio (liefst een
goedkope) die aan staat en afgestemd is op de FM-band op de frequentie 108,5 MHz of een
frequentie daar zo dicht mogelijk bij in de buurt; u kunt nu een zacht krakend, kloppend geluid
horen.
Controleer of de reductiemotor stroomtoevoer heeft via de netspanning 230 V. Controleer
of de zekering F2 niet onderbroken is; als dat zo is, dient u de oorzaak van de storing op te
sporen en de zekering te vervangen door een ander exemplaar met dezelfde stroomwaarde
en kenmerken (afb. 11).
Controleer of de instructie daadwerkelijk ontvangen is. Als de instructie bij de SbS-ingang
aankomt, knippert de led OK tweemaal om aan te geven dat de instructie ontvangen is.
Tel het aantal knipperingen en controleer dit aan de hand van de gegevens in tabel 19.
De geselecteerde kracht is mogelijk te laag om het hek in beweging te brengen: controleer
of er sprake is van obstakels en selecteer eventueel een grotere kracht of controleer of de
eindaanslag geblokkeerd is.