Enveloppen
In dit onderwerp wordt het volgende besproken:
■
"Richtlijnen" op pagina 2-31
"Afdrukken op enveloppen vanuit lade 1" op pagina 2-33
■
■
"Afdrukken op enveloppen vanuit lade 2, 3 of 4" op pagina 2-34
Afdrukken op enveloppen kan vanuit lade 1, 2, 3 of 4, afhankelijk van het type envelop. Zie
voor meer informatie over ondersteunde enveloppen:
papier
op de cd-rom met gebruikersdocumentatie.
Richtlijnen
Enveloppen aanschaffen en bewaren
■
Gebruik alleen papieren enveloppen die worden opgegeven in de tabel Ondersteund
papier. Correct afdrukken op enveloppen is vooral afhankelijk van de kwaliteit en
constructie van de enveloppen.
■
Gebruik geen vensterenveloppen, enveloppen met metalen klemmetjes of enveloppen met
plakranden met beschermstrips.
■
Zorg voor een constante omgevingstemperatuur en relatieve vochtigheidsgraad.
■
Bewaar ongebruikte enveloppen altijd in hun oorspronkelijke verpakking om te
voorkomen dat ze te droog of vochtig worden. Als dat toch gebeurt, kan het de
afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden of ertoe leiden dat de enveloppen kreuken. Als
enveloppen te vochtig worden, kunnen ze aan elkaar blijven plakken vóór of tijdens het
afdrukken.
■
Leg een zwaar boek op de enveloppen om 'belletjes' uit de enveloppen te verwijderen
voordat u ze in de printer plaatst.
■
Tijdens het afdrukken kunnen er kreukels of deuken in de enveloppen ontstaan.
Ga naar
Documentatie/Afdrukken/Ondersteunde papiersoorten
gebruikersdocumentatie voor meer informatie over papiersoorten, -gewichten en -grootten.
Het afdrukken voorbereiden
Volg de volgende richtlijnen als er geen inkt op en rondom de naden van de enveloppen zit:
■
Zet de tekst op een andere plaats op de envelop.
Gebruik een andere envelopstijl.
■
■
Gebruik lichtere enveloppen.
Copyright © 2003 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden.
Phaser® 8400-kleurenprinter
Documentatie/Afdrukken/Ondersteund
op de cd-rom met
2-31