De printer configureren
1.
Plaats de cd-rom met printerinstallatieprogramma en hulpprogramma's in het cd-rom-
station van de computer en klik op Bladeren.
2.
Klik op de bladerknop en selecteer de map waarin de Windows NT-stuurprogramma's
zich bevinden.
3.
Selecteer het bestand *.inf en klik op Openen. Controleer of het pad en de bestandsnaam
correct zijn en klik op OK.
4.
Selecteer de juiste printer en klik op OK.
5.
Voer een naam in voor de printer en geef aan of deze de standaardprinter is. Klik
vervolgens op OK.
6.
Selecteer een van de volgende opties:
■
Als de printer niet wordt gedeeld, klikt u op Volgende.
Als de printer wel wordt gedeeld, voert u een sharenaam in, schakelt u het
■
selectievakje Delen in en klikt u op Volgende.
Een testpagina afdrukken
U wordt gevraagd of u een testpagina wilt afdrukken.
1.
Selecteer een van de volgende opties:
Klik eerst op Ja en vervolgens op Volgende als u een testpagina wilt afdrukken.
■
■
Klik eerst op Nee en vervolgens op Volgende als u geen testpagina wilt afdrukken.
2.
Selecteer een van de volgende opties:
■
Als de gegevens correct zijn, klikt u op de knop Voltooien. Ga door naar stap 3.
■
Als de gegevens onjuist zijn, klikt u op de knop Vorige om de gegevens te wijzigen.
Wanneer de gegevens correct zijn, klikt u op Voltooien. Ga door naar stap 3.
3.
Als u ervoor hebt gekozen een testpagina af te drukken, wordt u gevraagd te bevestigen of
deze is afgedrukt:
■
Klik op Ja als de testpagina correct is afgedrukt.
■
Klik op Nee als de testpagina niet of onjuist is afgedrukt. Ga door naar stap 4.
4.
Controleer de afdrukkwaliteit van de afdruktaak. Als er problemen zijn met de
afdrukkwaliteit of als de taak niet is afgedrukt, gaat u naar
oplossen
op de cd-rom met gebruikersdocumentatie.
Xerox TCP/IP-poortmonitor
Het Windows-installatieprogramma installeert Xerox TCP/IP-poortmonitor met behulp van
het PCL5c-stuurprogramma voor deze installatie. Xerox TCP/IP-poortmonitor kan worden
gebruikt om TCP/IP-poorten toe te voegen of te verwijderen.
De TCP/IP-printerpoort toevoegen
1.
Open het eigenschappenvenster voor de printer die u aan de nieuwe TCP/IP-poort
wilt koppelen.
2.
Klik achtereenvolgens op Start, Instellingen en Printers.
3.
Klik met de rechtermuisknop op de printer die u aan de nieuwe TCP/IP-poort wilt
koppelen en kies Eigenschappen.
Phaser® 8400-kleurenprinter
3-26
Windows NT 4.x
Documentatie/Problemen