4.
Pas de papiergidsen aan het formaat van het papier, de transparanten of de enveloppen aan.
5.
Druk op de knop OK op het voorpaneel van de printer als de juiste papiersoort is
ingesteld.
a.
Als niet de juiste papiersoort is ingesteld, selecteert u
OK.
b.
Selecteer het papierformaat en druk op de knop OK.
c.
Selecteer de papiersoort en druk op de knop OK om de keuze op te slaan.
Opmerking
Als het voorpaneel niet het papierformaat aangeeft dat u in de lade hebt geplaatst,
moet u de papiergidsen goed tegen de randen van het papier aanduwen.
6.
Selecteer in het printerstuurprogramma het papierformaat of lade 1 als de papierbron.
Phaser® 8400-kleurenprinter
2-13
Eenvoudige afdruktaken
8400-052
Wijzigen
en drukt u op de knop