Start Van De Brander; Regeling Van De Brander; Vermogen Bij De Ontsteking; Maximumvermogen - Riello RS 25/E BLU Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud
Gasventilatorbranders
Verberg thumbnails
Zie ook voor RS 25/E BLU:
- Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud (76 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
5.3
Start van de brander
Zet
de
brander
onder
stroomonderbreker op het schakelbord van de ketel.
Sluit de thermostaten/drukschakelaars en plaats de schakelaar
van Afb. 31 op positie "1".
Controleer
aangesloten op de elektromagnetische kleppen,
of de controlelampjes op de elektromagnetische
kleppen zelf afwezigheid van spanning aangeven.
GEVAAR
Geven deze spanning aan, stop dan de brander
onmiddellijk
verbindingen.
Voer de Startprocedure uit.
5.4
Regeling van de brander
5.4.1
Vermogen bij de ontsteking
Volgens norm EN 676.
Branders met MAX. vermogen tot 120 kW
De
ontsteking
kan
uitgevoerd
werkingsvermogen.
Voorbeeld:
–
max. werkingsvermogen:
–
max. vermogen bij ontsteking:
Branders met MAX. vermogen boven 120 kW
De ontsteking moet uitgevoerd worden op een vermogen dat
lager is dan het max. werkingsvermogen.
Als het vermogen bij de ontsteking niet boven 120 kW gaat, is
geen enkele berekening vereist. Als het vermogen bij de
ontsteking daarentegen boven 120 kW ligt, dan bepaalt de norm
dat de waarde moet worden berekend in functie van de
veiligheidstijd "ts" van de elektrische controledoos:
bij ts = 3s moet het vermogen bij de ontsteking gelijk aan of lager
dan 1/3 van het maximum werkingsvermogen zijn.
Voorbeeld:
MAX werkingsvermogen 450 kW.
Het vermogen bij de ontsteking moet gelijk aan of minder dan 150
kW zijn met ts = 3 s.
Om het vermogen te meten bij de ontsteking:
koppel de stekker-stopcontact 6)(Afb. 5 op pag. 12) op de
kabel van ionisatiesonde los (de brander slaat aan en
vergrendelt na de veiligheidstijd);
voer 10 ontstekingen met daaropvolgende vergrendelingen
uit;
lees op de teller de hoeveelheid verbrand gas af:
deze hoeveelheid moet gelijk aan of lager dan het resultaat
van volgende formule zijn, voor ts = 3s:
Qa (max. debiet brander) x n x ts
Vg =
3600
Vg
geleverd volume bij de uitgevoerde ontstekingen (Sm
Qa
ontstekingsdebiet (Sm
n
aantal ontstekingen (10)
ts
veiligheidstijd (sec)
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
stroom
door
middel
of
de
lampjes
of
de
en
controleer
de
elektrische
worden
aan
het
120 kW
120 kW
3
/u)
van
de
testers
D8002
Voorbeeld voor gas G20 (9,45 kWh/Sm
vermogen bij ontsteking 150 kW gelijk aan 15,87 Sm
Na 10 ontstekingen met vergrendeling dient het vermogen,
afgelezen op de meter, gelijk te zijn aan of kleiner dan:
max.
15,87 x 10 x 3
Vg =
3600
5.4.2
Maximumvermogen
Het MAX. vermogen moet gekozen worden binnen het
werkingsveld (Afb. 2 op pag. 9).
Afstelling van het gas
Meet het gasdebiet op de gasmeter.
Dit kan gevonden worden in Tab. K op pag. 26; lees de gasdruk
af op de manometer (aangeduid in Afb. 38 op pag. 50) en volg de
aanwijzingen op pag. 26.
–
Als hij moet verminderd worden, moet de uitgaande gasdruk
verminderd worden met behulp van de drukregelaar die zich
onder het gasventiel bevindt.
–
Als het gasdebiet moet stijgen, verhoogt u de gasdruk aan de
uitgang van de regelaar.
Afstelling van de lucht
Varieer indien noodzakelijk de graden van de servomotor van de
lucht.
5.4.3
Minimumvermogen
Het MIN. vermogen moet gekozen worden binnen het
werkingsveld (Afb. 2 op pag. 9).
3
)
31
NL
0
1
3
):
3
= 0,132 Sm
Afb. 31
3
/u.
20073567
Advertenties
Inhoudsopgave
